Inhoudsopgave
Advertenties
Productinformatie Lineaire rookmelder Fireray 50/100RV
D Als de kalibreringsprocedure is voltooid, zet dan de modusschakelaar (zie afb.
3.) naar beneden (als de melder verticaal wordt gemonteerd) of naar links (als
de melder horizontaal wordt gemonteerd). De melder is nu in de
«bedrijfsmodus».
D De melder voert een kalibreringstest uit gedurende ca. 60 s. Als de gele LED
constant brandt na de test, moet u de melderuitlijning en kalibreringsprocedures
herhalen (zie paragrafen 8.1. en 8.2.).
8.3. Systeemtest
D De functies «Alarm» en «Storing» moeten worden gecontroleerd voordat
uiteindelijk wordt opgestart.
Alarmtest
D Houd de testfilter voor de lens van de ontvanger (boven - of rechtergedeelte van
melder). Selecteer een rookvolume die groter is dan de drempel die voor de
melder is ingesteld (zie paragraaf 7.1.). Zorg dat u niet ook de lens van de
zender bedekt.
D Na ca. 10 s moet de rode LED gaan branden en moet het alarmrelais sluiten.
D Bij de melderinstelling «Save alarm» (DIP- schakelaar 1 «uit») moet er een reset
op het controlepaneel plaatsvinden of moet de voeding minstens 5 s worden
onderbroken.
Bij de instelling «Auto Reset» (DIP - schakelaar 1 «aan») wordt het alarm
automatisch gereset als het rookvolume minstens 5 s tot onder de
geselecteerde alarmdrempel daalt.
Fouttest
D Bedek de reflector met een niet - reflecterend materiaal.
D Na ca. 10 s moet de gele LED gaan branden en moet het foutrelais opengaan.
Zodra het obstakel wordt verwijderd, keert de melder automatisch terug naar de
normale modus na ca. 2 s.
Als een melderalarm wordt gereset in normale modus door een stroo-
monderbreking, voert de melder automatisch een kalibreringstest uit.
Als de test is mislukt, blijft de melder in de alarmstand. Als de test po-
sitief is, gaat de gele LED uit, wordt het foutrelais gereset en keert de
melder terug naar de normale modus.
In de normale modus knippert de gele LED om de 10 s.
Pagina 17
PI - 34.85
601-F.01U.004.357
A1.nl / 29.12.2004
ST-FIR/ PRM1/ zab
Advertenties
Inhoudsopgave
