Productinformatie Lineaire rookmelder Fireray 50/100RV
8. Opstarten
8.1. De melder instellen
D Start de modus «Prisma richten» door de modusschakelaar (zie afb. 3.) naar
boven (als de melder verticaal wordt gemonteerd) of naar rechts (als de melder
horizontaal wordt gemonteerd) te zetten.
D Sluit de voeding aan.
. De melder staat in de initialiseringsmodus gedurende ca. 5 s.
Zodra de melder klaar is voor gebruik, knippert de rode LED (één keer bij Fireray
50RV en twee keer bij Fireray 100RV).
D Richt nu de melder op het prisma met behulp van de twee kartelschroeven
totdat de optimale afstelling wordt bevestigd door een constant geel LED- licht.
De melderinstelling wordt ondersteund met de volgende LED- indicaties:
Gele LED-indicatie
uit
Knippert
-> Knipperfrequentie neemt toe
Constant licht
D Bedek de prismareflector ter controle met een niet- reflecterend materiaal. De
LED hoort niet te branden. Als de gele LED niet uitgaat, wijst dat erop dat een
reflector niet goed is uitgelijnd.
8.2. Kalibreren van de melder
D Als de optimale melderinstelling is bereikt, zet dan de modusschakelaar in de
middenstand zonder de melder te verplaatsen. De melder is nu in de
«uitlijningsmodus».
D De melder doorloopt een automatische configuratieprocedure om het
transmissievermogen en de ontvangergevoeligheid te optimaliseren. De
volgende melderstatussen kunnen tijdens deze procedure worden aangegeven
door de LED's:
LED -indicaties
Rood knipperen
Constant geel licht
Geel knipperen
uit
Rood en geel
knipperen
Het signaal mag alleen van de reflector naar de ontvanger gaan,
het mag onder geen beding naar andere lichtbronnen of reflecte-
rende oppervlakken gaan!
Melderstatussen in «uitlijningsmodus»
Ingangssignaal van de ontvanger is te sterk, het transmissievermogen
zal worden verlaagd. Wacht tot de LED uitgaat (max. 20 s).
Er wordt geen signaal ontvangen. Schakel terug naar de modus
«prisma richten» en herhaal het instellen van de melder.
De ontvanger ontvangt een zwak signaal, het transmissievermogen
zal automatisch worden vergroot.
Transmissievermogen en ontvangerversterking zijn optimaal.
Automatisch kalibreren wordt uitgevoerd.
Melderstatus in modus «Prisma richten»
Geen signaal op ontvanger
Signaal wordt ontvangen
-> Hoe sneller het knipperen, des te sterker het signaal!
Optimale uitlijning bereikt
Pagina 15
PI - 34.85
601-F.01U.004.357
A1.nl / 29.12.2004
ST-FIR/ PRM1/ zab