Eenheden
Sondelengte
VEGAFLEX 81 • Foundation Fieldbus
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Inbedrijfname: instellingen, bijv. medium, toepassing, tank, inrege-
ling, demping, instrumenteenheden, eenheid SV 2, stoorsignaalon-
derdrukking, linearisering
Display: taalomschakeling, instellingen voor meetwaarde-aanwijzing
en verlichting
Diagnose: informatie bijv. over instrumentstatus, sleepwijzer, meet-
nauwkeurigheid, simulatie, echocurve
Uitgebreide instellingen: bijv. datum/tijd, reset, sensorgegevens
kopiëren
Info: instrumentnaam, hard- en softwareversie, kalibratiedatum,
device-ID, instrumentspecificaties
Opmerking:
Voor een optimale instelling van de meting moeten de afzonderlijke
submenupunten in het hoofdmenupunt "Inbedrijfname" na elkaar
worden gekozen en van de juiste parameters worden voorzien. Houd
deze volgorde zo veel mogelijk aan.
De procedure wordt hierna beschreven.
De volgende submenupunten zijn beschikbaar:
De submenupunten zijn opeenvolgend beschreven.
6.4.1 Inbedrijfname
In dit menupunt kiest u de afstandseenheid en de temperatuureen-
heid.
Bij de afstandseenheden kunt u kiezen uit m, mm en ft. Bij de tempe-
ratuureenheden kunt u kiezen uit °C, °F en K.
In dit menu kunt u de sondelengte invoeren of automatisch door het
sensorsysteem laten bepalen.
Wanneer u bij de keuze "Ja" selecteert, wordt de sondelengte
automatisch bepaald. Wanneer u "Nee" kiest, kunt u de sondelengte
handmatig invoeren.
31