Bij minder dan 10% laadvermogen wordt de hoeveelheid trapondersteuning verminderd. Bij 1% laadvermogen zal
het systeem zichzelf uitschakelen.
Als de fiets langer dan 10 minuten stilstaat, zal het Battery Management System het systeem automatisch
uitschakelen. Om weer met trapondersteuning verder te rijden, moet u het systeem opnieuw inschakelen.
6
7
LET OP: SCHAKEL
DE BATTERIJ ALTIJD
UIT WANNEER
U DE BATTERIJ
INSTALLEERT OF
VERWIJDERT!
Laat de onderkant van de batterij zakken in de onderkant van de batterij-uitsparing (fig.7). Plaats vervolgens de
bovenkant van de batterij in het bovenste deel van de batterij-uitsparing.
De sleutel hoeft niet in het slot te zitten om de batterij te plaatsen. De batterij wordt automatisch
vergrendeld zodra u de batterij installeert. U heeft de sleutel enkel nodig om de batterij te verwijderen.
9.4. INSTALLATIE BATTERIJ
BATTERIJ-
AANSLUITING
80-100%
60-79%
40-59%
20-39%
0-19%
22