Inhoudsopgave
Advertenties
10. Het verontreinigde gebied binnengaan en verlaten
Voordat u het verontreinigde gebied binnengaat, moet u de inspecties en controles uitvoeren die vermeld staan in
deze gebruiksaanwijzing.
1.
Zorg ervoor dat de afsluitingscontrole is uitgevoerd en dat de motor op uw ademhaling reageert.
2.
Controleer of geen van de alarmgeluiden klinken.
3.
Denk eraan dat als uw werkplaats erg luidruchtig is, u mogelijk de alarmgeluiden van het apparaat niet
kunt horen. In dat geval moet u de speciale voorzorgsmaatregelen volgen die beschreven worden
in sectie Error! Reference source not found..
4.
Ga het werkgebied binnen.
5.
Verwijder de respirator niet totdat u het verontreinigde gebied verlaten heeft, tenzij u hiervoor dringende
gezondheidsredenen heeft (bijvoorbeeld u bent duizelig en denkt dat het zou kunnen helpen als u de
respirator verwijdert terwijl u het verontreinigde gebied verlaat).
6.
Verlaat het verontreinigde gebied onmiddellijk as een van de onderstaande omstandigheden optreden:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
7.
Specifieke procedures voor het verlaten van het gebied en voor decontaminatie moeten deel uitmaken
van het ademhalingsbeschermingsprogramma van uw werkplaats. Volg die instructies samen met de
onderstaande instructies wanneer u de respirator verwijdert.
Om de respirator te verwijderen, moet u de ontgrendelingsknop van het masker lokaliseren (zie sectie 6) en erop
drukken om het masker los te maken van de blazer. Zie Figuur 19.
De ontgrendelingsknop van het masker heeft een ruw, golvend oppervlak dat u kunt voelen met uw
vingertoppen. Alle andere knoppen zijn glad.
Opmerking: Als gedurende ongeveer 10 seconden geen ademhaling wordt waargenomen, schakelt de motor van de
respirator automatisch uit en gaat het apparaat over naar stand-by-modus.
VERWIJDER DE RESPIRATOR NIET TOTDAT U HET VERONTREINIGDE GEBIED VERLATEN HEEFT, tenzij u
hiervoor dringende gezondheidsredenen heeft (bijvoorbeeld u bent duizelig en denkt dat het zou kunnen
helpen als u de respirator verwijdert terwijl u het verontreinigde gebied verlaat)
Een onderdeel van het systeem is beschadigd
Luchtstroom naar het masker neemt af of stopt
Het batterij- of filteralarm wordt geactiveerd (zelfs als alleen het hoorbare of alleen het
zichtbare alarm geactiveerd wordt)
Ademen wordt moeilijk
U voelt zich duizelig of uw zicht is aangetast
U ruikt of proeft verontreinigingen
Uw gezicht, ogen, neus of mond raken geïrriteerd
U vermoedt dat de concentratie van de verontreiniging een niveau heeft bereikt waarop deze
respirator niet langer afdoende bescherming biedt.
Figuur 19 – Ontgrendelingsknop masker
29
Advertenties
Inhoudsopgave
