Inhoudsopgave
Advertenties
Let tijdens het afstellen van de pasvorm van het masker op deze tekenen dat het masker niet correct is
aangepast
Geen openingen
Er mogen geen zichtbare openingen zijn tussen het gezicht van de gebruiker en het masker.
Geen plooien
Als het masker te strak is aangetrokken of te groot is voor het gezicht, kunnen plooien ontstaan rondom het
niveau van de mond of op de middenlijn aan de onderkant van het kussen. Maak het masker iets los of
probeer een kleiner masker.
Kijk naar beneden
Laat de gebruiker naar beneden kijken terwijl u controleert of er een opening is tussen de brug van de neus en
het masker. Controleer ook of het masker niet los is gaan zitten rondom de kin. Probeer de kin verder in het
masker te passen. Als dat niet werkt, moet een kleiner masker geprobeerd worden.
Geen lucht in de ogen
Terwijl de CleanSpace loopt, moet u de gebruiker laten controleren of er geen lek in zijn/haar ogen is. Als dit
het geval is, probeer dan het masker strakker te maken of het harnas iets losser te maken (waardoor de
hoogte van de CleanSpace op het gezicht iets lager wordt). Als die afstellingen het probleem niet oplossen,
moet een andere maat masker geprobeerd worden.
Controleer op vervorming
U moet een goede pasvorm kunnen bereiken zonder dat het masker ongemakkelijk strak zit. Voorbij een
bepaald punt maakt strakker maken van het masker de pasvorm slechter, niet beter. Controleer de
buitenste oppervlakken van de luchtbuizen. Deze moeten naar u toe naar buiten buigen. Als ze naar binnen
toe buigen naar uw gezicht toe, heeft u het masker te strak aan. Zie Figuur 12.
STAP 5 – CONTROLEER DE AFSLUITING VAN HET MASKER
Het is noodzakelijk dat u een pasvormtest uitvoert elke keer als u een CleanSpace EX draagt
Lokaliseer PAF-1009, de rode afsluitingscontroledop. Bevestig de afsluitingscontroledop op het uitademingsventiel
in het masker. De dop moet op zijn plaats klikken. Zie Figuur 13
.
Figuur 12 – Tekenen dat het masker te strak zit
18
Advertenties
Inhoudsopgave
