Belangrijk:
Controleer het stroomsnoer
regelmatig op gaten of scheuren in de isolatie.
Een beschadigd snoer mag niet worden gebruikt.
Laat het snoer niet door staand water of vochtig
gras lopen.
Aanbevolen temperatuur voor opladen: 0° tot 55°C
Belangrijk:
Laad de accu's alleen op bij
temperaturen die binnen het aanbevolen
temperatuurbereik liggen.
Opmerking:
De lader werkt niet bij temperaturen die
buiten het aanbevolen temperatuurbereik liggen.
1.
Parkeer de machine op het daartoe bestemde
laadpunt.
2.
Zet de machine uit en verwijder het sleuteltje.
3.
Zorg dat de accu-ontkoppelingsschakelaar A
staat.
4.
Steek de stekker van de oplader in de machine.
5.
Steek het andere uiteinde van het oplaadsnoer
in een geaard stopcontact.
6.
Observeer het InfoCenter om er zeker van te
zijn dat de accu's aan het opladen zijn.
Opmerking:
Het InfoCenter toont het
laadpercentage en de stroomsterkte van de
accu. Accu's met een lagere spanning worden
eerst opgeladen. Zodra ze de spanning van
de andere accu's hebben bereikt, worden alle
accu's tegelijkertijd opgeladen. De ventilator kan
aan gaan terwijl de machine wordt opgeladen.
Wanneer het opladen voltooid is, wordt het
InfoCenter uitgeschakeld.
Figuur 24
1. Accuspanning
7.
Wanneer de machine een voldoende hoog
niveau heeft bereikt, haalt u de stekker van de
oplader uit het stopcontact.
8.
Bewaar het snoer in het opslagcompartiment.
AN
9.
Start de machine.
10.
Controleer het laadniveau met het display van
het InfoCenter.
g388859
26
Figuur 25
2. Stroomsterkte
g392265