4 Monteren
Zuurstoftoepassingen
Filterelement - positie
18
4.2
Instructies voor zuurstoftoepassingen
Zuurstof en andere gassen kunnen explosief op olie, vet en kunststof-
fen reageren, zodat onder andere de volgende maatregelen moeten
worden genomen:
•
Alle componenten van de installatie zoals bijv. meetinstrumenten
moeten conform de voorschriften uit de erkende standaarden en
normen zijn gereinigd.
•
Afhankelijk van het afdichtingsmateriaal mogen bij zuurstoftoepas-
singen bepaalde maximale temperaturen en drukken niet worden
overschreden, zie hoofdstuk " Technische gegevens".
Gevaar:
Instrumenten voor zuurstoftoepassingen mogen pas vlak voor de
montage uit de PE-folie worden uitgepakt. Na het verwijderen van de
bescherming van de procesaansluiting is de markering "O
procesaansluiting zichtbaar. Ieder contact met olie, vet en vuil moet
worden vermeden. Explosiegevaar!
4.3
Beluchting en drukcompensatie
6
1
6
4
Fig. 12: Positie van het filterelement
1
Kunststof-, rvs-éénkamer (fijngietmetaal)
2
Aluminium - eenkamer
3
RVS-éénkamer (elektrolytisch gepolijst)
4
Kunststof tweekamer
5
Aluminium-, rvs-tweekamer (fijngietmetaal)
6
Filterelement
Bij de volgende instrumenten is in plaats van het filterelement een
blinde plug ingebouwd:
•
Instrumenten in beschermingsklasse IP66/IP68 (1 bar) - beluch-
ting via capillairen in vast aangesloten kabel
•
Instrumenten met absolute druk
6
2
VEGABAR 82 • Profibus PA
" op de
2
6
3
6
5