Inhoud
Veiligheid .................................................................. 3
Montage .................................................................... 6
montage.......................................................... 7
Specificaties .................................................... 12
Bediening ......................................................... 12
Onderhoud .............................................................. 19
............................................................................. 19
goed vastzit................................................... 19
afstellen ........................................................ 19
Reiniging ............................................................. 20
Schema's ................................................................ 22
Veiligheid
Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker
of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico
op letsel te verminderen, dient u zich aan de
volgende veiligheidsinstructies te houden en op
het veiligheidssymbool te letten, dat Voorzichtig,
Waarschuwing of Gevaar - 'instructie voor
persoonlijke veiligheid' kan betekenen. Niet-naleving
van de instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk
letsel.
Veilige bediening
Instructie
•
Lees de Gebruikershandleiding van de machine
en van dit werktuig en ander trainingsmateriaal.
Opmerking:
Als de bestuurder(s) of de
monteur(s) de taal waarin de handleiding is
geschreven, niet machtig is (zijn), moet de
eigenaar ervoor zorgen dat zij de inhoud van het
materiaal begrijpen.
•
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en
weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
•
Alle bestuurders en monteurs moeten
instructies hebben ontvangen. De eigenaar
is verantwoordelijk voor de instructie van de
gebruikers.
•
Laat kinderen of personen die geen instructie
hebben ontvangen, de machine nooit gebruiken of
onderhoudswerkzaamheden daaraan verrichten.
Opmerking:
Plaatselijke voorschriften kunnen
nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene
die met de machine werkt.
•
De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor
ongelukken, letsel van hemzelf/haarzelf of van
anderen, en schade aan eigendom, en kan dit
voorkomen.
Voorbereiding
•
Maak geen aanpassingen aan het werktuig.
•
Inspecteer het terrein om vast te stellen welke
accessoires en werktuigen nodig zijn om goed en
veilig te werken. Gebruik alleen door de fabrikant
goedgekeurde accessoires en werktuigen.
•
Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals
een veiligheidsbril, stevige schoenen en
gehoorbescherming. Draag lang haar niet los,
steek losse kledingstukken goed vast en draag
geen bungelende juwelen.
3