.
Headset mode
Met deze optie kunt u aangeven of er een headset is aangesloten op
uw toestel. U kunt de headset nu bedienen met de toesteltoetsen in
plaats van met de hoorn.
Kies de optie
– Headset aanwezig
– Headset afwezig
– Terug
Druk op Headset aanwezig en druk op
meren te beëindigen. U kunt nu met
alsof u de hoorn opgepakt heeft. Lees eerst goed de handleiding
van uw headset alvorens u deze aansluit.
.
Oproep signaal
U kunt het oproepsignaal van uw toestel aanpassen.
Er zijn drie verschillende toonhoogtes beschikbaar.
Kies de optie
– Toon
– Toon
– Toon
Kies de gewenste toon. Het toestel laat de toon nu seconden
horen. Druk op Einde om de instelling op te slaan en het program-
meren te beëindigen.
.
Display contrast
U kunt het contast van uw display instellen in vier gradaties, waarbij
de lichtste is en de donkerste.
Kies de optie
– Nivo
– Nivo
– Nivo
Kies de juiste gradatie en druk op Einde om de instelling op te slaan
en het programmeren te beëindigen.
.
Systeem programmeren
Zie Systeemdocumentatie, faciliteitenhandboek softwareversie ,
hoofdstuk tot en met .
om het program-
HANDS FREE
uw toestel bedienen
HANDS FREE
Bevestigen –
Einde –
Nivo –
Einde –