A. Voeg een stabilizer/conditioner op aardoliebasis
toe aan de brandstof in de tank. Volg de
mengvoorschriften van de fabrikant van de
stabilizer op. Gebruik geen stabilizer op
alcoholbasis (ethanol of methanol).
Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het
best als het met verse benzine wordt vermengd
en altijd wordt gebruikt.
B. Laat de motor vijf minuten lopen om de
stabilizer/conditioner door het brandstofsysteem
te verspreiden.
C. Zet de motor af, laat deze afkoelen, en laat de
brandstoftank leeglopen; zie Onderhoud van de
brandstoftank.
D. Start de motor opnieuw en laten de motor lopen
totdat deze afslaat.
E. Choke de motor. Start de motor totdat hij niet
meer start.
F. U moet brandstof op de juiste wijze afvoeren.
Verwerk deze overeenkomstig de plaatselijk
geldende voorschriften.
Belangrijk: Benzine waaraan
stabilizer/conditioner is toegevoegd, niet
langer dan 90 dagen bewaren.
8. Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand
ervan; zie Onderhoud van de bougie. Nadat de
bougie(s) uit de cilinder is (zijn) verwijderd, giet u
twee eetlepels motorolie in het bougiegat. Gebruik
de startmotor om de motor te laten draaien en zo de
olie over de cilinderwand te verspreiden. Monteer
de bougie(s). De bougiekabel niet op de bougie(s)
drukken.
9. Controleer alle bouten, schroeven en moeren en
draai deze vast. Vervang of repareer beschadigde
delen.
10. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij.
Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende Service
Dealer.
11. Stal de machine in een schone, droge garage of
opslagruimte. Verwijder het sleuteltje uit het
contact en bewaar dit buiten bereik van kinderen of
onbevoegde personen. Dek het voertuig af om dit te
beschermen en schoon te houden.
24