Opmerking: De oude olie afgeven bij een
inzamelcentrum.
1. Olieaftapplug
6. Giet ca. 80 % van de gespecificeerde hoeveelheid
olie langzaam in de vulbuis (Figuur 18).
7. Controleer het oliepeil; zie Motoroliepeil controleren.
8. Giet langzaam vloeistof bij totdat het peil de
VOL-markering bereikt.
Motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de
machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige
omstandigheden.
1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen.
2. Verwijder het oude filter en veeg de pakking van de
filtertussenstuk (Figuur 20) schoon.
1. Oliefilter
2. Pakking van tussenstuk
3. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen
pakking van het nieuwe filter (Figuur 20).
4. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk, draai
het oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het
Figuur 19
2. Olieaftapslang (niet
meegeleverd)
Figuur 20
3. Tussenstuk
filter vervolgens nog een extra 2/3 tot 1 slag vast
(Figuur 20).
5. Vul het carter met het juiste type verse olie; zie
Motorolie controleren.
6. Laat de motor ongeveer drie minuten draaien, zet
de motor af en controleer op olielekken rond het
oliefilter.
7. Controleer nogmaals het oliepeil en vul indien nodig
olie bij.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Als de afstandsbediening ooit moet worden vervangen,
zal deze gehersynchroniseerd moeten worden met de
ontvanger.
1. Lokaliseer de geel met zwarte draad die uit de 6-pins
connector bij de ontvanger komt (Figuur 21). Trek
de zuigkorf uit het gat.
1. Geel met zwart gestreepte
draad
2. 6-pins connector
2. Draai de contactsleutel naar de "START"-positie en
daarna snel naar de "AAN" stand. Dat activeert de
ontvanger.
3. Aard de draad aan het chassis. De draad bevestigen
aan een van de bevestigers van de startmotor is een
goede aarding.
4. Druk terwijl u de draad aan het chassis aardt een
van de koppen op de afstandsbediening in en houd
deze ingedrukt.
5. Verwijder, terwijl u de knop op de afstandsbediening
ingedrukt houdt de draaduit de aarding.
6. Laat de knop los.
20
Figuur 21
3. Startmotor