Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Buitenbedrijfstelling - REMKO VRS INOX Series Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Eerste ingebruikname
De eerste ingebruikname van het apparaat en zijn ven-
tilatorbrander moet gebeuren door de fabrikant of een
andere door deze aangewezen geautoriseerde deskun-
dige. Daarbij moeten alle regel-, besturings- en veilig-
heidsinrichtingen op hun werking en juiste instel-ling
gecontroleerd worden.
De ingebruikname van olie- en gasgestookte ap-
paraten moet altijd gebeuren door geautoriseerd
vakpersoneel.
Controleer de goede bevestiging van alle schroe-
ven en moeren van de ventilator- en branderbe-
vestiging.
Open evt. de uitblaasroosterlamellen en stel deze
in conform de eisen.
Controleer de instellingen aan de drievoudige
combinatieregelaar.
Schakel de hoofdschakelaar op de plaats van in-
stallatie resp. de zekering in.
Stel de ruimtethermostaat hoger in dan de ruim-
tetemperatuur.
Open de brandstoftoevoer en zet de bedrijfsscha-
kelaar in de stand „Verwarmen".
Bij een vanuit de fabriek geleverde oliebrander
start de brander, door de standaard olievoorver-
warming (tot VRS 50), met een vertraging.
Stel het stookolie- resp. gasdebiet in conform de
warmtebelasting van het apparaat.
Zie typeplaatje van het apparaat.
Stel de brander conform de opgaven van de fa-
brikant in op optimale waarden, minstens echter
op die van de (Duitse) immissiebeschermingswet.
Meet de schoorsteentrek in koude en warme toe-
stand.
Stel een meetprotocol op en overhandig het de
exploitant ter bewaring en maak de exploitant
vertrouwd met de installatie.
Leg de bevoegde autoriteiten de verklaring van
het vakbedrijf en het ondernemerattest van de
betreffende installatievakbedrijven voor.
Belangrijke informatie over corrosie in de
warmtewisselaar
Houd er rekening mee dat het afvoergastempera-
tuurverschil niet lager mag zijn dan 160 Kelvin.
U verhindert zo het gevaar van een daling onder het
dooipunt en de daaruit resulterende corrosie in de
warmtewisselaar.
◊ Als het apparaat niet wordt ingesteld op zijn nomina-
le warmtecapaciteit of voor de vereiste warmtebe-
hoefte te groot ontworpen is, dan werkt de brander
alleen in het klokbedrijf. Aangezien de vereiste be-
drijfstemperatuur in het klokbedrijf niet wordt bereikt,
ontstaat er een verhoogde vorming van condensaat
en een versterkte corrosie in de warmtewisselaar.
12
Verwarmingsbedrijf
Het apparaat werkt volautomatisch, overeenkomstig de
gewenste ruimtetemperatuur.
Breng het apparaat als volgt in het verwarmingsbedrijf.
1. Schakel de hoofdschakelaar op de plaats van
installatie resp. de zekering in.
2. Open de brandstoftoevoer.
3. Schakel de bedrijfsschake-
laar aan de schakelkast in
stand „Verwarmen", resp. „I".
4. Stel de ruimtethermostaat
in op de gewenste
ruimtetemperatuur.
5. Houd er rekening mee dat de ventilatorbrander bij
warmtebehoefte automatisch inschakelt, de luchttoe-
voerventilator echter pas na het bereiken van de ge-
wenste temperatuur ingeschakeld wordt.
Hierdoor wordt het ongewenste uitblazen van koude
lucht vermeden.
Ventileren
Het apparaat werkt als continue ventilatie.
Een thermostatische regeling is niet mogelijk.
Schakel de bedrijfsschakelaar
aan de schakelkast in de stand
„Ventileren" resp. „II".

Buitenbedrijfstelling

Schakel de bedrijfsschakelaar
aan de schakelkast in de stand
„0".
De luchttoevoerventilator loopt voor de afkoeling van
de warmtewisselaar verder en kan tot aan het definitie-
ve uitschakelen meermaals starten.
Het apparaat mag nooit voor het aflopen van de he-
le nakoelfase (behalve in noodgevallen) uitgescha-
keld worden met de hoofd- of noodschakelaar.
Bij langere bedrijfsonderbrekin-
gen moet de hoofdschakelaar op
de plaats van installatie resp. de
zekering na de buitenbedrijfstel-
ling uitgeschakeld en de brand-
stoftoevoer afgesloten worden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave