1157065-32_305_NL.book Page 34 Thursday, November 6, 2014 2:26 PM
6.
Sluit de begeleidingsdraad aan op de
begrenzingsdraad met behulp van een koppeling:
Steek de begrenzingsdraad in elk van de
openingen in de koppeling. Steek de
begeleidingsdraad in de middelste opening in de
koppeling. Controleer of de draden volledig in de
koppeling zijn gestoken, zodat de uiteinden
zichtbaar zijn door het doorzichtige deel aan de
andere zijde van de koppeling.
Gebruik een waterpomptang om de knop op de
koppeling helemaal in te drukken.
Het maakt niet uit welke openingen worden
gebruikt voor het aansluiten van elke draad.
7.
Zet de verbinding met krammen vast in het
gazon of graaf de verbinding in.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De functie van de begeleidingsdraad is
afhankelijk van de indeling van het
werkgebied. Daarom raden wij u aan om de
installatie met deze functie te testen. Zie
6.4 Installatie op pagina 48.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De begeleidingsdraad mag de begrenzings-
draad niet kruisen, bijvoorbeeld een begren-
zingsdraad die naar een eiland loopt.
3.7 De installatie controleren
Controleer het lussignaal door te kijken naar het
indicatielampje op het laadstation.
Zie 9.2 Indicatielampje in het laadstation op
pagina 69 als het lampje niet vast groen brandt.
34 - Nederlands
3. INSTALLATIE
3012-954
3018-055
3018-073
3012-998