2 Voor uw veiligheid
6
de exploitant door passende maatregelen de correcte werking van
het instrument waarborgen.
De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de
overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen
met de actuele stand van de betreffende instituten vast te stellen en
nieuwe voorschriften aan te houden.
Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handlei-
ding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepa-
lingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden.
Ingrepen anders dan die welke in de handleiding zijn beschreven mo-
gen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel
worden uitgevoerd, dat daarvoor door de fabrikant is geautoriseerd.
Eigenmachtige ombouw of veranderingen zijn uitdrukkelijk verboden.
Uit veiligheidsoverwegingen mogen alleen de door de fabrikant goed-
gekeurde toebehoren worden gebruikt.
Om gevaren te vermijden moeten de op het instrument aangebrachte
veiligheidssymbolen en -instructies worden aangehouden.
2.5
Toepassingsinstructies
•
Houd de geldende regels en nationale/internationale normen aan.
•
Houdt de stalingsbeschermingsvoorschriften aan bij het gebruik
van, opslaan van en werken aan het radiometrische meetsysteem.
•
Houd de waarschuwingsinstructies en de veiligheidszones aan.
•
Installeer en gebruik het instrument conform deze documentatie
en de bijbehorende documenten van de autoriteiten.
•
Het instrument mag niet buiten de gespecificeerde parameters
worden gebruikt of opgeslagen.
•
Bescherm het instrument tijdens gebruik en opslag tegen externe
invloeden (bijv. chemische producten, weersinvloeden, mecha-
nische stoten, trillingen, enz.). Het instrument mag in geladen
toestand niet moedwillig of opzettelijk worden beschadigd (bijv. bij
verschrotten).
•
Beveilig de schakelstand UIT altijd met het slot.
•
Voor het inschakelen van de straling moet worden gewaarborgd,
dat er geen personen in het stralingsgebied aanwezig zijn (ook
niet buiten de producttank).De straling mag alleen door opgeleid
personeel worden ingeschakeld.
•
Gebruik geen gecorrodeerde of beschadigde instrumenten. Infor-
meer de verantwoordelijke stralingsbeschermingsexpert zodra
schade of corrosie optreedt en volg zijn instructies op.
•
Voer de benodigde lekdichtheidsbeproeving uit conform de gel-
dende regels en instructies.
•
Wanneer twijfel bestaat over de correcte toestand van de instal-
latie, controleer dan, of in de nabijheid van het instrument straling
kan worden aangetoond en informeer de verantwoordelijke stra-
lingsbeschermingsexpert.
2.6
Milieuvoorschriften
De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de be-
langrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem
VEGASOURCE 81 • Stralingsbronhouder