48
nl | Alarm
9
Alarm
9.1
Alarm Connections (Alarmverbindingen)
U kunt kiezen hoe de camera reageert op een alarm. Bij een alarm kan de server automatisch
een verbinding tot stand brengen met een vooraf ingesteld IP-adres. U kunt maximaal tien IP-
adressen invoeren waarmee de camera in het geval van een alarm één voor één verbinding
probeert te maken, totdat er een verbinding tot stand is gebracht.
Verbinden bij alarm
Selecteer Aan zodat de camera bij een alarm automatisch verbinding maakt met een vooraf
ingesteld IP-adres.
Door het instellen van Volgt ingang 1* handhaaft de unit de verbinding die automatisch tot
stand is gebracht zolang er een alarm op alarmingang 1 bestaat.
Bericht!
i
In de standaardinstelling wordt Stream 2 verzonden voor alarmverbindingen. Overweeg het
gebruik van dit kenmerk bij de profieltoewijzing (zie Fabrieksinstellingen).
Automatisch verbinding maken
Selecteer de optie Aan om automatisch een nieuwe verbinding tot stand te brengen met een
van de eerder opgegeven IP-adressen na elke herstart, verbroken verbinding of een
netwerkstoring.
Bericht!
i
In de standaardinstelling wordt Stream 2 verzonden voor automatische verbindingen. Houd
hier rekening mee wanneer u het profiel toewijst (zie Fabrieksinstellingen).
Aantal doel-IP-adressen
Geef de nummers van de IP-adressen op waarmee contact moet worden gemaakt in geval van
een alarm. Het systeem maakt een voor een contact met deze externe posten, totdat er een
verbinding tot stand is gebracht.
Doel-IP-adres
Voer voor elk nummer het corresponderende IP-adres voor het gewenste externe station in.
Doelwachtwoord
Als de externe bedienpost is beveiligd met een wachtwoord, voert u dit wachtwoord hier in.
U kunt hier maximaal tien wachtwoorden definiëren. Definieer een algemeen wachtwoord als
er meer dan tien verbindingen nodig zijn. De eenheid maakt verbinding met alle externe
stations die zijn beveiligd met hetzelfde algemene wachtwoord. Een algemeen wachtwoord
definiëren:
1.
2.
3.
4.
Als optie 10 het IP-adres 0.0.0.0 krijgt, fungeert deze niet langer als het tiende adres dat moet
worden geprobeerd.
Videotransmissie
Als het apparaat achter een firewall wordt gebruikt, selecteert u TCP (HTTP-poort) als het
overdrachtsprotocol. Selecteer UDP voor gebruik in een lokaal netwerk.
2021-04 | 1.0 |
Selecteer 10 in de keuzelijst Nummer van doel-IP-adres.
Voer 0.0.0.0 in het veld Doel-IP-adres in.
Voer het wachtwoord in het veld Doelwachtwoord in.
Stel het gebruikerswachtwoord in van alle externe stations die moeten worden
verbonden met dit wachtwoord.
User Manual
AUTODOME IP starlight 5100i IR
Bosch Security Systems