4.5 REMMEN INSTELLEN
Op deze manier kunt u herkennen of de rem-
men correct zijn ingesteld:
P De remhendels en de remkabels mogen
niet los zitten (er mag geen sprake zijn van
'speling').
P Als u de remhendels loslaat, moeten de
wielen zonder sleepgeluiden kunnen
draaien.
P Als het remeffect minder is geworden, kunt
y de lengte van de remkabels zelf iets
aanpassen. Ga daartoe als volgt te werk:
1. Aan de remmen van de achterwielen vindt
u de stelschroeven voor de remkabels (1,
afb. 7).
2. Door losdraaien (linksom) verhoogt u de
spanning en vermindert u de afstand die
de remhendel moet worden ingeknepen (2,
afb. 7).
3. De schroef is vastgezet met een moer. Om te
voorkomen dat de remkabels uit zichzelf los-
raken, moet u de borgmoer na het afstellen
weer rechtsom vastdraaien (3, afb. 7).
4.6 ROLLATOR IN- EN UITKLAPPEN
De TAiMA VENTUM kan eenvoudig met één
hand worden ingeklapt. In ingeklapte toestand
kan de rollator zelfstandig blijven staan en
plaatsbesparend worden opgeborgen.
4 PRODUCT GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
Veiligheidsrisico! Draai de schroef er nooit
volledig uit, omdat de rem anders niet meer
werkt.
Veiligheidsrisico! Neem contact op met uw
zorgwinkel als de hier beschreven afstelling niet
leidt tot een verbetering van de remwerking of
als er problemen optreden tijdens het afstellen!
Alleen zo kan het veilige gebruik van de rollator
worden gegarandeerd.
2
3
U kunt de rollator met de lege standaardtas in-
klappen. Een gevulde standaard- of premiumtas
moet voor het inklappen worden verwijderd (zie
het hoofdstuk "Standaardtas" en "Premiumtas").
15
NL
1
afb. 7