(B)
OPMERKING: De onderkant van het apparaat
moet 10 - 25 mm (0,4 - 0,98") hoger zijn dan
de plafondplank. In het algemeen moet L
(aangegeven in de volgende afbeelding) half zo
lang zijn als de ophangbout, of lang genoeg om
te voorkomen dat de moeren eraf vallen.
OPGELET
Controleer of het apparaat waterpas staat.
Een verkeerde installatie kan ertoe leiden
dat de afvoerpijp in het apparaat komt of tot
waterlekkage.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de
binneneenheid waterpas staat. Het apparaat
is uitgerust met en ingebouwde afvoerpomp
en een drijfschakelaar. Als het apparaat helt
tegen de richting van condensatiestromen (de
zijde van de afvoerpijp staat omhoog), dan
kan de drijfschakelaar defect raken en kan er
waterlekkage ontstaan. (Bij sommige modellen.)
Waterpas
MEDEDELING IN GEVAL VAN EEN
INSTALLATIE IN EEN NIEUW HUIS
Als het apparaat in een nieuw huis wordt
geïnstalleerd, dan kunnen de plafondhaken
van tevoren worden geplaatst. Zorg ervoor
dat de haken niet losraken als gevolg van het
krimpen van het beton. Na het installeren van
de binneneenheid, moet u de papieren sjabloon
op de eenheid met bouten bevestigen om
van te voren de afmetingen en positie van de
opening op het plafond te bepalen. Volg de
bovenstaande de aanwijzingen voor de rest van
de installatieprocedure.
Stap 3: Een gat boren voor de verbindingspijpen
1. Bepaal de locatie van het gat in de muur op
basis van de locatie van de buiteneenheid.
2. Gebruik een boor van 65 mm (2,56") of 90 mm
(3,54") (afhankelijk van het model), en boor een
gat in de muur. Zorg ervoor dat het gat in een
ietwat neerwaartse hoek wordt geboord zodat
het buiteneinde van het gat ongeveer 12 mm
(0,5") lager is dan het binneneinde. Hierdoor
wordt een goede afvloeiing van het water
gegarandeerd.
3. Doe de beschermende wand in het gat. Dit
beschermt de randen van het gat en zal helpen
bij het afdichten ervan als u het installatieproces
afrond.
Papieren
patroon voor het
installeren
(op sommige
modellen)
Het midden van
de opening in het
plafond.
Bouten
Blz 10-NL