4 Monteren
Condensaatvorming
Kabelinvoeren -
NPT-schroefdraad
Kabelwartels
Inbouwpositie
16
In liggende cilindrische tanks, kogeltanks of andere asymmetrische
tankvormen ontstaan vanwege de variërende afstand tot de tankwand
alineaire niveauwaarden.
Gebruik in niet-geleidende media een omhullingsbuis of lineariseer
het meetsignaal.
Wanneer aan het dak van de tank condens wordt gevormd, kan de af-
druipende vloeistof een brug vormen en zo meetfouten veroorzaken.
Gebruik daarom een beschermbuis. De lengte van de beschermbuis
is afhankelijk van de condensatiehoeveelheid en het gedrag van het
product.
Metrisch schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka-
belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen
afgesloten als transportbeveiligingen.
U moet deze pluggen verwijderen voordat de elektrische aansluitin-
gen worden gemaakt.
NPT-schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad
kunnen de kabelwartels niet af fabriek worden ingeschroefd. De vrije
openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom met rode stofbe-
schermdoppen afgesloten als transportbeveiliging.
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
4.2
Montage-instructies
De meetsonde mag tijdens bedrijf geen ingebouwde onderdelen of
de tankwand aanraken. Bovendien kan de meetwaarde veranderen,
wanneer de afstand tot de tankwand sterk varieert. Indien nodig, moet
u daarom het uiteinde van de sonde isolerende vastzetten.
Afhankelijk van de grootte van de procesaansluiting is daarvoor in het
spangewicht een schroefdraad (M12) voor bevestiging van bijv. een
ringbout aanwezig of een boring voor bevestiging van de kabel. Het
spangewicht is ten opzichte van het meetdeel geïsoleerd.
Let erop dat de meetsondekabel niet te strak wordt gespannen. Voor-
kom trekbelastingen op de kabel.
VEGACAL 66 • Tweedraads 4 ... 20 mA/HART