Onderhoud koelsysteem
Veiligheid van het
koelsysteem
•
Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging
veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en
huisdieren houden.
•
Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over
u heen krijgt of in aanraking komt met een hete
radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige
brandwonden oplopen.
– Laat de motor altijd minstens 15 minuten
afkoelen voordat u de radiateurdop losdraait.
– Gebruik een doek als u de radiateurdop
verwijdert en draai de dop langzaam open om
de stoom te laten ontsnappen.
Het koelsysteem
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Verwijder dagelijks het vuil van het scherm, de
oliekoeler en de voorkant van de radiateur. Vaker
reinigen bij extreem stoffige en vuile omstandigheden.
Zie
Vuil verwijderen uit het koelsysteem (bladz.
Het koelsysteem bevat een mengsel met een
50/50 verhouding van water en permanente
ethyleenglycol-antivries. Controleer elke dag vóór
het starten van de motor het koelvloeistofpeil in de
expansietank. De inhoud van het koelsysteem is
6,6 liter.
VOORZICHTIG
Als de motor heeft gelopen, kan de
hete koelvloeistof, die onder druk staat,
ontsnappen indien de radiateurdop
wordt verwijderd. Dit kan brandwonden
veroorzaken.
• Verwijder de radiateurdop nooit als de
motor loopt.
• Gebruik een doek als u de radiateurdop
verwijdert en draai de dop langzaam open
om de stoom te laten ontsnappen.
1.
Controleer het koelvloeistofpeil in de
expansietank
(Figuur
Het koelvloeistofpeil behoort tussen de
markeringen op de zijkant van de tank te staan.
60).
94).
1. Expansietank
2.
Als het koelvloeistofpeil te laag staat, verwijdert
u de dop van de expansietank en vult u het
systeem bij. Niet te vol vullen.
3.
Plaats de dop van de expansietank terug.
Vuil verwijderen uit het
koelsysteem
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
(Vaker schoonmaken als onder vuile
omstandigheden gemaaid wordt).
Om de 100 bedrijfsuren—De slangen van het
koelsysteem controleren.
Om de 2 jaar—Koelsysteem schoonspoelen en
koelvloeistof vervangen.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Verwijder grondig al het vuil dat zich rond het
motorgedeelte bevindt.
3.
Maak de sluiting los en draai het achterscherm
open
(Figuur
95).
60
Figuur 94
g021866