4 Monteren
Flowmeting
22
Richt de sensor zodanig uit, dat de polarisatiemarkering op de
procesaansluiting in één vlak licht ten opzichte van de pijpgaten of de
pijpaansluitopeningen (zie volgende afbeelding).
100%
0%
Fig. 16: VEGAPULS 62 in een bypass. De polarisatiemarkering op de proces-
aansluiting moet in hetzelfde vlak liggen als de pijpgaten of de pijpaansluitope-
ningen.
1
Markering van de polarisatierichting
Bij de montage van de sensor op een bypass moet de VEGAPULS
62 ca. 300 mm of meer vanaf de bovenste koppeling verwijderd
worden gemonteerd. Gebruik bij een extreem ruwe binnenkant van
de pijp een ingeschoven buis (buis-in-buis) of een radarsensor met
buisantenne.
Informatie:
Bij de VEGAPULS 62 in flensuitvoering ligt het polarisatievlak altijd in
het midden tussen twee flensgaten.
Fig. 17: Polarisatieniveau bij flensuitvoering, van boven op sensor en bypass
gezien. De sensorbehuizing is niet weergegeven.
1
Positie van het polarisatieniveau
2
Flensboring
3
Bovenste leidingverbinding
4
Polarisatiemarkering
De korte voorbeelden geven alleen inleidende instructies voor de
flowmeting. Ontwerpspecificaties vindt u bij de leveranciers van goten
en in de vakliteratuur.
2
3
4
VEGAPULS 62 • Profibus PA
1
1