Inhoudsopgave
Advertenties
4.4. Instellen
Installeer een applicator en contacten volgens paragraaf 4.1.
1. Schakel de voeding in met behulp van de schakelaar aan de voorzijde van het bedieningspaneel.
2. Zorg ervoor dat de afscherming gesloten is.
3. Laat de machine met behulp van vertraagd draaien (zoals beschreven in paragraaf 4.3.3) een volledige
krimpcyclus doorlopen (tijdens deze stap van het instelproces mag er geen draad worden gebruikt).
LET OP
De G II- en G II+-machines moeten in staat zijn om met het maximale vertraagde toerental een contact te krimpen.
4. Inspecteer het gekrimpte contact om na te gaan of het contact correct gepositioneerd wordt binnen de
applicator.
5. Corrigeer eventuele positioneringsfouten volgens het applicatorinstructieblad en herhaal stappen 2 en 3
totdat een contact correct gepositioneerd is.
6. Plaats een geprepareerde draad in het krimpgebied en druk op de voetschakelaar.
7. Inspecteer de voltooide krimp en stel de machine zo nodig af.
4.5. Het motortoerental afstellen
Het toerental van de motor kan worden afgesteld met de knoppen Toerental verlagen en Toerental verhogen op
het membraantoetsenpaneel (zie afbeelding 13). De knoppen voor verlagen en verhogen worden gebruikt voor het
afstellen van het motortoerental voor de modi volledige cyclus, deelcyclus en vertraagd draaien. De
toerentalinstelling voor de volledigecyclus- en deelcyclusmodi is onafhankelijk van de toerentalinstelling die in de
vertraagmodus wordt gebruikt. Beide toerentalinstellingen worden door de CPU/motorregeleenheid in het
geheugen opgeslagen. Tijdens de volledigecyclus- en deelcyclusmodi wordt het laatst ingestelde motortoerental in
het display weergegeven. Wanneer de vertraagknop ingedrukt wordt, toont het display het laatst ingestelde
toerental voor de vertraagmodus. Het toerental voor de vertraagmodus blijft weergegeven totdat op de
voetschakelaar wordt gedrukt om over te gaan naar de volledigecyclus- of deelcyclusmodus.
In de volledigecyclus- en deelcyclusmodi geeft één enkel '>'-teken in het display aan dat het motortoerental is
ingesteld op 60% van de maximum bedrijfstoerentalwaarde. Met elk extra '>'-teken in het display wordt het
motortoerental verhoogd met 8%.
In de vertraagmodus geeft één enkel '>'-teken in het display aan dat het motortoerental is ingesteld op 10% van
de maximum bedrijfstoerentalwaarde. Met elk extra '>'-teken in het display wordt het motortoerental verhoogd met
10%.
4.6. Krimphoogte afstellen
Raadpleeg de bij de applicator meegeleverde instructies voor het uitvoeren van deze afstelling. Raadpleeg
paragraaf 6.2.A voor procedures om de krimphoogte af te stellen met behulp van de precisieafstelfunctie van de
machine.
4.7. Conversie voor eindtoevoer-/zijtoevoerapplicator
Wanneer van een eindtoevoerapplicator wordt gewisseld naar een zijtoevoerapplicator (of van een
zijtoevoerapplicator naar een eindtoevoerapplicator), moet de haspelsteun naar de tegenoverliggende zijde van de
machine worden verplaatst. Til na verwijdering van de contacthaspel de haspelsteunbalk op en draai deze naar de
tegenoverliggende zijde van de machine. Bevestig de contacthaspel op de haspelsteun en voer de contactstrip in
de applicator. Verwijder de metalen contactinvoer en de duimschroeven en verplaats deze naar de
tegenoverliggende zijde van de machine. Verplaats zo nodig het smeerpotje naar de tegenoverliggende zijde van
de machine.
LET OP
De smeerkom met onderdeelnr. 354550-3 is een optioneel accessoire. Bij gebruik van een zijtoevoer- of eindtoevoerapplicator van
Ocean zijn de onderdeelnummers van het smeerpotje respectievelijk 2119955-1 en 2119955-2.
Rev D
409-32035-NL
15 van 25
Advertenties
Inhoudsopgave
