c. Breng de dopbouten in de hefcilinder aan om de adapter van de hefcilindersteun te bevestigen. Haal
de bouten aan.
3. Herhaal de stappen 1 en 2 indien nodig totdat de juiste sluithoogte is bereikt.
De miniatuurapplicator is een geïntegreerd deel bestaande uit bovenste gereedschap, onderste gereedschap en
NB:
afstelmechanisme. De applicator vereist een vaste sluithoogte; dit is de afstand tussen het onderzijde van de hefcilinder
en de voetplaat wanneer de hefcilinder in zijn ONDERSTE STAND staat. De vereiste afstellingen van de krimphoogte
i
worden uitgevoerd met behulp van de draad en de isolatieschijven in de applicator. Raadpleeg voor afstelprocedures het
instructieblad dat met de applicator is meegeleverd.
6.3. Krimphoogte-afstelling met behulp van precisie-afstelmechanisme
Ter voorkoming van schade aan de applicator dient u de precisie-stelhendel ALTIJD in de stand "0" terug te zetten zodra
LET OP!
u de applicator niet meer hoeft te gebruiken.
!
1. Stel de handmatige precisie-stelhendel op "0" door de hendel van de scharnierpen vandaan te trekken.
Vergrendel de hendel door deze los te laten.
2. Breng de applicator in de machine aan zoals beschreven in paragraaf 4.2.
3. Bedien de machine om drie proefaansluitcontacten de krimpen. Controleer de krimphoogte van de
proefstukken. Indien de krimphoogtes niet correct zijn, stel dan de krimphoogte af volgens stap 4.
4. Stel de krimphoogte af door de precisie-stelhendel (Figure 12) te verplaatsen:
a. naar rechts om de krimphoogte te vergroten; of
b. naar links om de krimphoogte te verkleinen.
Door de precisie-stelhendel in de ene of de andere richtingen te verplaats, wordt de krimphoogte met ongeveer 0,013 mm
NB:
per stap gewijzigd.
i
5. Herhaal de stappen 3 en 4 totdat de gewenste krimphoogte is bereikt.
Ter voorkoming van schade aan de applicator dient u de handmatige precisie-stelhendel ALTIJD in de stand "0" terug te
LET OP!
zetten zodra u de applicator niet meer hoeft te gebruiken.
!
6.4. Inzetstuk voor afschermpaneel afstellen
Een inzetstuk voor het afschermpaneel wordt met de machine meegeleverd. Voor sommige applicaties is een
speciaal inzetstuk vereist. Zie Figure 13 voor de beschikbare inzetstukken voor het afschermpaneel.
Het afschermpaneel bevat twee gleuven waarin de inzetstukken kunnen worden geplaatst: in de achterste gleuf
wordt het inzetstuk vlakbij de applicator geplaatst; in de voorste gleuf wordt het inzetstuk verder van de
applicator vandaan geplaatst. Het type inzetstuk dat wordt gebruikt, bepaalt welke gleuf moet worden gebruikt.
Een inzetstuk dat in de verkeerde gleuf wordt geplaatst, kan niet bevestigd worden.
Rev F
409-10204-NL
18 of 25