De machine detecteert automatisch de voedingsspanning en stelt de regeleenheid dienovereenkomstig af.
NB:
i
3.3. Overwegingen bij de plaatsing van werkbankmachines
De plaatsing van de machine ten opzichte van de positie van de operator is uitermate belangrijk in termen van
zowel veiligheid als maximale efficiëntie. Studies hebben herhaaldelijk aangetoond dat vermoeidheid bij
operators wordt verminderd en dat grotere efficiëntie wordt bereikt indien:
1. de werkbank voldoende hoog is en bij voorkeur van geluidsabsorberende rubber voeten is voorzien;
2. de machine stevig aan de werkbank is bevestigd, met ruime werkvlakken aan weerszijden om de
werkstroom te vergemakkelijken;
3. de operator een draaistoel met bekleed zitkussen en beklede rugleuning gebruikt die onafhankelijk van
elkaar verstelbaar zijn; en
4. de voetschakelaar, op daarmee uitgeruste machines, op een rubber mat is geplaatst zodat deze
gemakkelijk te bedienen is en niet onbedoeld kan verschuiven.
Figure 8 toont de juiste machinelocatie, operatorpositie en aanbevolen voetschakelaarpositie.
A. Werkbank
De werkbank die wordt gebruikt, moet stevig geconstrueerd zijn en moet bij voorkeur zijn voorzien van
geluidsabsorberende rubber voeten. Een hoogte van 76 - 82 cm is het meest geschikt voor het comfort en het
gebruiksgemak van de operator. Deze hoogte stelt de operator in staat beide voeten op de vloer te laten
rusten, waardoor het verplaatsen van gewicht en het positioneren van de benen worden vergemakkelijkt.
B. Bevestiging en locatie van de machine op de werkbank
De machine moet vlakbij de voorzijde van de werkbank zijn aangebracht met het "doelgebied" (gedeelte van
het gereedschap waar aan het product gewerkt wordt) niet verder dan 150 mm tot 200 - maar wel minimaal
50 mm - van de voorste rand. Deze locatie voorkomt overbodige bewegingen van de operator en helpt
overbelasting van de rug en vermoeidheid te voorkomen.
De montagerichting van de machine moet zodanig zijn dat het "doelgebied" naar de voorzijde van de
werkbank wijst en parallel is aan de voorste rand (ook de achterzijde van de machine MOET toegankelijk
zijn).
Machines moeten stevig met bouten aan de werkbank bevestigd zijn, waarbij de bevestigingsgaten zoals afgebeeld in
GEVAAR
Afbeelding 5 gebruikt moeten worden. Hardware moet door de klant worden verstrekt. Machines mogen niet over de
voorzijde van de werkbank uitsteken.
STOP
C. Stoel van de operator
De stoel van de operator moet kunnen draaien en moet van onafhankelijke verstelling van de hoogte van het
zitkussen en de hellingshoek van de rugleuning zijn voorzien. Het zitkussen en de rugleuning moeten bekleed
zijn en de rugleuning moet voldoende groot zijn om steun zowel onder als boven de taillelijn te bieden.
In het gebruik dient de stoel voldoende ver van de werkbank verwijderd te zijn zodat de rug van de operator
recht is en door de rugleuning wordt gesteund.
D. Voetschakelaar
Wanneer de operator correct heeft plaatsgenomen voor een machine die met een voetschakelaar is uitgerust,
moet de voet comfortabel op de schakelaar rusten. De voetschakelaar moet verplaatsbaar zijn, zodat de
locatie ervan gemakkelijk gewijzigd kan worden wanneer de operator van plaats verandert om vermoeidheid
te minimaliseren. Door de schakelaar op een rubber mat te plaatsen blijft deze gemakkelijk te bedienen en
kan deze niet onbedoeld verschuiven.
De ideale locatie voor de voetschakelaar kan onder operators enigszins variëren. Sommige operators geven
er de voorkeur aan, de schakelaar zodanig te plaatsen dat wanneer hun voeten zich in de natuurlijke zitpositie
bevinden de voet op de schakelaar rust (kuit van het been loodrecht boven de voet). Anderen geven er de
voorkeur aan, het been enigszins vóór de natuurlijke positie te plaatsen. Van belang is dat de voet een hoek
Rev F
(Afbeelding 8)
409-10204-NL
10 of 25