Inhoudsopgave
Advertenties
Storingenlijst
De stroomindicator zal rood knipperen en de zoemer zal een pieptoon geven in het geval dat er iets niet in orde is met de robot.
Steun op onderstaande tabel om het probleem op te lossen.
Stem prompts
Fout 1: Batterijprobleem
Raadpleeg de handleiding of de EZVIZ-app
Fout 2: Wiel abnormaal
Raadpleeg de handleiding of de EZVIZ-app
Fout 3: Zijborstel is abnormaal
Raadpleeg de handleiding of de EZVIZ-app
Fout 4: Ventilatorprobleem
Raadpleeg de handleiding of de EZVIZ-app
Fout 5: Hoofdborstel abnormaal
Raadpleeg de handleiding of de EZVIZ-app
Fout 6: Waterpomp abnormaal
Raadpleeg de handleiding of de EZVIZ-app
Fout 7: Lasersensor abnormaal
Raadpleeg de handleiding of de EZVIZ-app
Fout 9: Opladen is abnormaal
Maak het laadcontactgebied schoon.
Fout 10: Robot is abnormaal
Start de robot opnieuw op nadat u deze hebt
uitgeschakeld.
Fout 12: Werking abnormaal
Controleer of de voedingsschakelaar is
ingeschakeld.
Als de overeenkomende fouten niet kunnen worden geëlimineerd door de bovenstaande methoden te raadplegen,
zie www.ezviz.com/eu.
• O pen de batterijklep om te controleren of de batterij goed is aangesloten en
probeer de robot opnieuw op te starten.
• D e temperatuur van de batterij is te hoog of te laag. Wacht tot de
batterijtemperatuur van de batterij normaal is (0°C~40°C/32°F~104°F)
voordat u de robot gebruikt.
Controleer of er vreemde objecten vastzitten in een wiel en probeer de robot
terug op te starten.
Controleer of er vreemde objecten vastzitten in een zijborstel, en probeer de
robot opnieuw op te starten.
• C ontroleer of er vreemde objecten vastzitten in de ventilator en probeer de
robot opnieuw op te starten.
• R einig de stofbak en filter en start de robot opnieuw op.
Verwijder en reinig hem, de aansluitingen ervan, het deksel en de
aanzuigopening.
Probeer de robot terug op te starten na het schoonmaken.
Reinig de watertank, waterpompaansluitingen op de tank en robot, de
wateruitlaat aan de onderkant van de robot en controleer de mopassemblage.
Probeer de robot terug op te starten na het schoonmaken.
Controleer of er vreemde objecten in de lasersensor aanwezig zijn en start de
robot opnieuw op na de reiniging.
• C ontroleer of het laadgebied is vervuild en maak de laadcontacten schoon.
• C ontroleer of de batterij correct is geïnstalleerd.
Zet de voedingsschakelaar eerst op O en vervolgens op I. Probeer daarna de
robot opnieuw op te starten.
Schakel de voedingsschakelaar in.
32
Oplossingen
Advertenties
Inhoudsopgave
