Hoofdstuk 5. Beveiliging
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de computer beschermt tegen diefstal en gebruik door
onbevoegden.
Een kabelslot aanbrengen
Met een beveiligingsslot kunt u voorkomen dat de computer wordt gestolen.
Steek het kabelslot in de daartoe bestemde uitsparing en leg de kabel van het slot rond een vast voorwerp.
Raadpleeg de instructies bij het slot.
Opmerking: U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van specifieke sloten en andere
beveiligingsvoorzieningen. Lenovo geeft geen oordeel, commentaar of garantie met betrekking tot de
functionaliteit, kwaliteit of prestaties van specifieke sloten en beveiligingsvoorzieningen.
Wachtwoorden gebruiken
Met behulp van wachtwoorden helpt u voorkomen dat uw computer door anderen wordt gebruikt. Als u
een wachtwoord hebt ingesteld en ingeschakeld, verschijnt er elke keer dat u de computer aanzet een
prompt voor het wachtwoord. Geef uw wachtwoord op achter de prompt. Als u niet het juiste wachtwoord
opgeeft, kan de computer niet worden gebruikt.
Opmerking: Dit wachtwoord kan een combinatie van één tot zeven cijfers en/of letters zijn.
Voor meer informatie over het instellen van het wachtwoord raadpleegt u het online Help-informatiesysteem
in het rechterscherm van het BIOS.
Opmerking: U opent het BIOS door op F1 te drukken wanneer tijdens het opstarten van de computer
het Lenovo-logo wordt weergegeven.
© Copyright Lenovo 2012
29