Inhoudsopgave
Advertenties
2. Veiligheidinformatie cont.....
Ÿ
Als u uw toestel op lekkage wilt controleren in, doe dit dan buiten. Probeer niet om een lek met een vlam
op te sporen. De juiste manier is om het verdachte gebied in te smeren met zeepwater. Als er zich
belletjes vormen, dan is er een gaslek. Sluit onmiddellijk de gastoevoer af, eerst door de regelkraan op de
gasfles dicht te draaien en dan de kranen op het toestel. Controleer of alle koppelingen goed aangesloten
zijn. Controleer nogmaals met zeepwater. Als er nog steeds een gaslek is, stuur het product dan terug
naar uw CADAC dealer voor inspectie/reparatie.
Ÿ
Zorg er voor dat de gasfles in een goed geventileerde ruimte wordt aangesloten of vervangen, bij
voorkeur buiten, uit de buurt van ontstekingsbronnen, zoals open vuur, en uit de buurt van andere
mensen.
Ÿ
Houd gasflessen uit de buurt van hitte en vuur. Plaats ze niet op een kooktoestel of welk ander heet
oppervlak dan ook.
Ÿ
Zorg ervoor dat het gemonteerde apparaat stabiel is en niet wiebelt.
Ÿ
Bedek of verander de primaire luchttoevoeropeningen in de brander niet aangezien dit de prestaties van
het product zal beïnvloeden en een onstabiele vlam kan veroorzaken.
Ÿ
Sluit in het geval van vlamterugslag (waarbij de vlam terugslaat en in de brander ontsteekt) onmiddellijk
de gastoevoer af, eerst door de regelkraan op de gasfles dicht te draaien en dan de gaskranen op het
toestel. Verwijder nadat de vlam is gedoofd de drukregelaar en controleer de dichtring. Vervang bij twijfel
de dichtring. Steek het toestel weer aan zoals beschreven in Deel 3, hieronder. Als de vlam blijft
terugslaan, stuur het apparaat dan terug naar uw geautoriseerde CADAC reparateur.
Ÿ
Verander niets aan het apparaat en gebruik het uitsluitend waar het voor bestemd is.
Ÿ
Tijdens gebruik zal een deel van het toestel heet worden, vooral de kookplekken en de kap. Vermijd het
aanraken van hete delen met uw blote handen. U wordt aangeraden ovenhandschoenen te gebruiken.
Ÿ
Houd uw kinderen te alle tijde uit de buurt van het toestel.
Ÿ
Dit toestel verbruikt zuurstof. Voor optimale prestaties en voor de veiligheid van degenen die zich in de
directe buurt bevinden heeft het ventilatie nodig.
Ÿ
Tijdens gebruik het apparaat niet verplaatsen.
LET OP
Ÿ
De gasslang niet afknellen of verdraaien. Zorg ervoor dat hij uit de buurt blijft van de barbecue om te
voorkomen dat de slang door hitte beschadigt of vergaat.
Ÿ
Plaats een uiteinde van de lagedrukslang op het mondstuk van de drukregelaar, en het andere uiteinde
op het mondstuk van de Patio barbecue door de uiteinden er zo stevig mogelijk op te drukken. Klem ze op
hun plaats met een slangklem aan beide zijden van de slang.
Ÿ
Zorg er voor dat de verbindingen stevig vast zitten en dat er geen gas kan lekken.
Ÿ
Controleer het toestel vóór gebruik op gaslekken.
3. Gebruik van het Toestel
Ÿ
Hang de gasfles aan de beugel aan de zijkant van de barbecue.
Ÿ
Gebruik dit toestel alleen op een stevig, vlak oppervlak.
Ÿ
Zorg er vóór gebruik voor dat het druipbakje op zijn plaats zit. U wordt aanbevolen wat zand in het
druipbakje te doen om druipend vet op te vangen en opvlammen te voorkomen. Ook zal dit het
schoonmaken na gebruik vergemakkelijken, aangezien het vet eenvoudiger te verwijderen zal zijn
van het oppervlak van het druipbakje.
Ÿ
Doe nooit zaagsel of ander brandbaar materiaal in het druipbakje.
Ÿ
Controleer of de gasfles juist is aangesloten op het toestel.
Ÿ
Zorg ervoor dat de regelkraan van de gasfles open staat.
Ÿ
Om het toestel met de automatische aansteker aan te steken, drukt u de gaskraan in en draait u hem
tegen de klok in totdat u veerweerstand voelt. Houd de knop 3 – 5 seconden in deze stand om het
gas te laten stromen en draai de knop dan volledig tegen de klok in, naar de ON (AAN) stand.
Hierdoor zal de automatische aansteker de brander aansteken. Als de brander niet wil ontsteken,
draai dan de knop naar de OFF (UIT) stand en herhaal de procedure totdat de brander ontsteekt.
Ÿ
Let op! Alle branders zijn uitgerust met een automatische aansteker.
Ÿ
Doorlopend aansteken: Om de branders doorlopend aan te steken, steekt u de linker brander aan
zoals boven beschreven.
Ÿ
Om de overige branders aan te steken, draait u eenvoudig hun regelknoppen naar de HIGH (HOOG)
stand. Zorg er daarbij voor dat de aansteekvolgorde zo is dat een aan te steken brander direct naast
een al brandende brander ligt.
Ÿ
Handmatig ontsteken: Om de branders handmatig aan te steken verwijdert u eerst de gietijzeren
grillplaat en de deflectorplaat daar direct onder. Steek een lucifer of aansteker aan en houd die naast
de linker brander. Open de gastoevoer alleen naar die brander door de regelkraan in te drukken en
tegen de klok in te draaien. Hierdoor zal de brander worden aangestoken. Als de brander eenmaal is
aangestoken plaatst u voorzichtig de deflectorplaat en de gietijzeren grillplaat terug. Nu kunt u de
overige branders aansteken zoals boven beschreven in 'Doorlopend aansteken'.
Ÿ
Gebruik de regelknoppen om de vlam van de afzonderlijke branders te regelen naar het gewenste
niveau door de knop tegen de klok in te draaien om de vlam te verkleinen en met de klok mee om
hem te vergroten (zie afb. 3). Als er fakkelvorming optreedt, controleer dan eerst of de primaire
luchttoevoeropeningen in de brandermengbuis wellicht geblokkeerd zijn.
Ÿ
Draai na gebruik eerst de kraan op de gasfles dicht. Wanneer de vlam gedoofd is draait u de
gasbrander regelkranen op het toestel dicht door de regelknoppen helemaal met de klok mee te
draaien.
Ÿ
Gebruik van de luchtinlaatregelaar: Een normale vlam is blauw en kan een gele tip hebben. Als de
vlam helemaal geel is, kan het zijn dat de luchtinlaatregelaar niet goed ingesteld is. Volg de stappen
in afb. 4 om de luchtinlaatregelaar in te stellen.
Ÿ
Afhankelijk van waar het toestel wordt gebruikt, kan het nodig zijn de luchtinlaatregelaar in te stellen.
Ÿ
Om een blauwe vlam te krijgen draait u de borgschroef los en regelt u de luchtinlaatregelaar door
hem met de klok mee te draaien totdat de gewenste vlam is verkregen.
Ÿ
Deze procedure moet voor alle branders herhaald worden.
4. Aansluiten en Verwisselen van de Gasfles
Ÿ
Controleer vóór dat het toestel aan een gasfles wordt gekoppeld of de rubber dichtring op de
regelaar op zijn plaats zit en in goed staat is.
Ÿ
Voer deze controle uit telkens wanner u het toestel op een gasfles aansluit (zie afb. 1).
Ÿ
Blaas eventueel stof uit de opening van de gasfles om een mogelijke verstopping van de pit te
voorkomen.
Ÿ
Hang de gasfles aan de gasfles beugel aan de zijkant van de rolwagen.
All manuals and user guides at all-guides.com
Fig.1
Fig.2
Fig.3
Advertenties
Inhoudsopgave
