3.0 Bediening van de Logiflex
3.2 Gebruik van de Logiflex
Steek de sleutel in (1) en draai deze rechtsom om de stuurstroom in te schakelen,
2
1
3.3 Functies van de handgreep
De bedieningsfuncties van de stapelaar zitten op de handgreep
- De functies zijn afhankelijk van de positie van de handgreep!
8
gereed voor activering van functionaliteit.
Opmerking!! De noodstop
(2) mag niet worden
geactiveerd.
Positie A: Rijpositie
•
Rijstroom aan
•
Rem gedeactiveerd
Positie B: Stop-Rem- Noodstop
•
Rijstroom uit
•
Rem geactiveerd