Inhoudsopgave
Advertenties
Quick Links
Advertenties
Inhoudsopgave
Samenvatting van Inhoud voor logitrans SELF1003
- Pagina 2 • richtlijn nr. 2014/35/EG b) werd geproduceerd in overeenstemming met de bepalingen van de norm: • EN ISO 3691-1 Verantwoordelijke voor het technische dossier: Gitte Kirkegaard Naam: Hillerupvej 35, DK-6760 Ribe Adres: Handtekening: Gitte Kirkegaard, CEO, Logitrans A/S Ribe, 26.10.2022. B148 D212...
-
Pagina 3: Inhoudsopgave
Inhoud 1.0 Vóór het eerste hefmanoeuvre..............4 2.0 Functies en identificaties .................. 5 3.0 Bediening van de Logiflex ................. 6 3.1 Behandelen van pallets ....................... 6 3.2 Gebruik van de Logiflex ....................... 8 ..................8 3.3 Functies van de handgreep 3.3.1 Multiflex-functie ...................... -
Pagina 4: Vóór Het Eerste Hefmanoeuvre
1.0 Vóór het eerste hefmanoeuvre... De volledig aangedreven Logiflex is gefabriceerd in overeenstemming met alle veiligheidsrichtlijnen. In deze handleiding worden onder andere de volgende onderwerpen behandeld: • De juiste toepassing • Technische beperkingen van het product • Risico’s van een verkeerd gebruik Het is dan ook belangrijk dat u deze handleiding aandachtig leest! -
Pagina 5: Functies En Identificaties
2.0 Functies en identificaties 1. Veiligheidsschakelaar 2. Claxon 3. Heffen/zakken 4. Vooruit/achteruit 5. Multiflex-functie 6. Handgreep 7. Accu-indicator/urenteller 8. Noodstop 9. Contactsleutel 10. Naamplaat, serienummer 11. Oplaadlampje... -
Pagina 6: Bediening Van De Logiflex
3.0 Bediening van de Logiflex 3.1 Behandelen van pallets Ga voor een goede bediening achter de handgreep staan! De vork gaat 190 mm omhoog voordat de telescopische mast wordt uitgeschoven. ( SELF1003 2050 - 3300 ) ( SELFS1003 2020 - 3270 ) - Pagina 7 3.0 Bediening van de Logiflex Bij het behandelen van gesloten pallets..gebruik de stapelaar met poten in spreidstand. SELFS1003 / SELFS1203 SELF1003 / SELF1203...
-
Pagina 8: Gebruik Van De Logiflex
3.0 Bediening van de Logiflex 3.2 Gebruik van de Logiflex Steek de sleutel in (1) en draai deze rechtsom om de stuurstroom in te schakelen, gereed voor activering van functionaliteit. Opmerking!! De noodstop (2) mag niet worden geactiveerd. 3.3 Functies van de handgreep De bedieningsfuncties van de stapelaar zitten op de handgreep - De functies zijn afhankelijk van de positie van de handgreep! Positie A: Rijpositie... - Pagina 9 3.0 Bediening van de Logiflex...
-
Pagina 10: Multiflex-Functie
3.0 Bediening van de Logiflex 3.3.1 Multiflex-functie Multiflex-functie • Deze functie maakt het mogelijk om met de stapelaar te rijden, ook al staat de handgreep in de rechtop staande, geremde positie • De functie vereist bediening met twee handen, dat betekent dat deze doelbewust moet worden uitgevoerd •... -
Pagina 11: De Veiligheidsschakelaar
3.0 Bediening van de Logiflex 3.3.2 De veiligheidsschakelaar De veiligheidsschakelaar aan het uiteinde van de handgreep zorgt ervoor dat de operator niet vast kan komen te zitten wanneer de stapelaar achteruit wordt bewogen. Wanneer de veiligheidsschakelaar wordt geactiveerd, verandert de stapelaar van richting en gaat deze vooruit. -
Pagina 12: Display Accu-Info
3.0 Bediening van de Logiflex 3.4 Display accu-info Het display kan de volgende informatie weergeven: • De BDI of BOC – Oplaadstatus van de accu • Bedrijfsuren van de machine • Foutcodes/waarschuwingen • Leds voor bedrijfsstatus Bovenste berichtenveld met 3 tekens Steeksleutelsymbool Zandlopersymbool Onderste berichtenveld met 6 tekens... -
Pagina 13: Storingen
3.0 Bediening van de Logiflex 3.4.3 Storingen In het geval van een storing knipperen de rode led, het bericht “FAULT” en het steeksleutelsymbool, en wordt het storingsnummer weergegeven in het bovenste veld met 3 tekens. (Zie punt 7.1 voor een beschrijving van de foutcodes) 3.4.4 Leds voor bedrijfsstatus De leds geven de bedrijfsstatus aan: •... -
Pagina 14: Optimale Veiligheid
4.0 Optimale veiligheid LET OP!! Bewegende onderdelen 4.1 Veiligheidsvoorschriften • Wandel nooit onder een opgetilde last/vork door! • Alvorens de vork neerwaarts te bewegen, dient u zich ervan te vergewissen dat de neerwaartse beweging niet kan worden gehinderd door vreemde voorwerpen. •... -
Pagina 15: Markering
4.0 Optimale veiligheid 4.2 Markering De hefcapaciteit van de mast en de overeenkomstige afstand van het zwaartepunt worden aangegeven met het pictogram aan de zijkant van de mast. De hefcapaciteit van de mast is hetzelfde als de maximale hefcapaciteit van het product. De maximale hefcapaciteit is ingesteld op de veiligheidsklep van het product. -
Pagina 16: Transport Met Last
4.0 Optimale veiligheid 4.3 Transport met last Het lastmiddelpunt mag nooit verder liggen dan de middellijn van de wielen. De rijsnelheid wordt beperkt indien de vork hoger dan 400 mm wordt getild. De Logiflex is bestemd voor gebruik op een effen en perfect horizontale vloer. Tijdens het transport moet de vork zo weinig mogelijk opgetild zijn. -
Pagina 17: Noodstop
4.0 Optimale veiligheid 4.5 Noodstop Het product heeft een noodstop. Als de noodstop wordt geactiveerd, wordt de hoofdvoeding uitgeschakeld. • De beweging van de vork stopt onmiddellijk • Het rijden van de truck stopt onmiddellijk • Deactiveer de noodstop door de schakelaar naar rechts te draaien 4.6 Persoonlijke veiligheid Het vervoeren of optillen van personen met de stapelaar is niet toegestaan. -
Pagina 18: Er Moet Een Stroomtoevoer Zijn
5.0 Er moet een stroomtoevoer zijn... 5.1 Zekeringen - vervangen Er zijn 3 zekeringen in het elektrisch circuit en die zitten achter de plaat met dit pictogram. • Zekering van 10 A in stuurstroomcircuit • Zekering van 20 A voor ingebouwde lader •... -
Pagina 19: Lang Leve De Logiflex
6.0 Lang leve de Logiflex Regelmatige inspectie en het op tijd vervangen van versleten of defecte onderdelen verlengen de levensduur van de stapelaar. Voorkomen is beter dan repareren. Zorg daarom voor: • Het elke keer volledig opladen van de accu •... -
Pagina 20: Olie Verversen
5. Verwijder de resterende olie uit de olietank door deze op te zuigen. 6. Plaats de hydraulische slang terug. 7. Vul de olie bij door de vuldop van de olietank te halen. 8. Hoeveelheid olie: SELF1003/1203 - 920-1600 & SELFS1003/1203 - 890-1570 circa 3 liter SELF1003/1910-2450 & SELFS1003/1880-2420 circa 3,5 liter SELF1003/2850 &... -
Pagina 21: De Hydraulische Pomp
6.0 Lang leve de Logiflex 6.3 De hydraulische pomp De hydraulische pomp heeft een S3 periodiek onderbroken bedrijf van 10%. Dat betekent dat de pomp in totaal 1 minuut in werking mag zijn gedurende een periode van 10 minuten. Opmerking! Als de pomp meer dan 10% in bedrijf is, raakt de motor beschadigd door oververhitting. -
Pagina 22: De Hefketting Afstellen
6.0 Lang leve de Logiflex 6.5 De hefketting afstellen De kettingen moeten zo worden afgesteld dat ze: • Gelijkmatig omhoog gaan. • Ze even strak staan. • De opwaartse beweging moet in de cilinder stoppen voordat de mastrollen de bovenstop raken. -
Pagina 23: Zijspeling Afstellen
6.0 Lang leve de Logiflex 6.6 Zijspeling afstellen 1. Draai schroef (A) linksom totdat er geen weerstand meer is. 2. Draai de schroef rechtsom tot er weerstand optreedt. Met de volgende 1,5 tot 2,5 slag van de schroef, wordt de veer (C) gespannen. 3. -
Pagina 24: Reiniging
6.0 Lang leve de Logiflex 6.7 Reiniging Richt de waterstraal bij het schoonmaken niet direct op lagers en afdichtingen. Anders kan het vet worden weggespoeld, wat de levensduur van de apparatuur verkort. Zorg dat u niet direct met vloeistof op de handgreep en andere elektrische onderdelen spuit. -
Pagina 25: Foutcodes/Foutopsporing
7.0 Foutcodes/foutopsporing 7.1 Foutcodes - Display accu-info Code Omschrijving Oplossing Batterijspanning te laag Laad de accu op Voeding ontbreekt Controleer de zekeringen Controller oververhit Neem contact op met de verdeler Fout hoofdrelais Neem contact op met de verdeler Neem contact op met uw verdeler bij overige foutcodes. -
Pagina 26: Foutopsporing
7.0 Foutcodes/foutopsporing 7.2 Foutopsporing Wanneer de stapelaar dagelijks wordt gebruikt, kunnen afstellingen en het vervangen van versleten onderdelen noodzakelijk zijn. Afstellingen en kleine reparaties kunnen gemakkelijk ter plaatse worden uitgevoerd. Grote reparaties moeten echter worden uitgevoerd door de verdeler, die daarvoor beschikt over degelijk opgeleid personeel en het vereiste gereedschap. - Pagina 27 Oorzaak Oplossing Onvoldoende voeding Accu leeg Storing in aan-uitschakelaar Storing in stuurstroomcircuit Storing in hoofd-/voedingscircuit Te weinig stroom op de accu Geen stroom op de rem Rem moet worden afgesteld Onvoldoende olie in de tank Te zware last, veiligheidsklep is onjuist afgesteld Geen stroom op magneetklep Lekkage oliecircuit...
-
Pagina 28: Oplossing
7.0 Foutcodes/foutopsporing 7.3 Oplossing 1. Controleer of de sleutel (A) rechtsom is gedraaid en of de noodstop (B) niet is geactiveerd. 2. Laad de accu op - (zie afzonderlijke handleiding voor accu en oplader). U krijgt toegang tot de batterij door de kap te openen (C). •... - Pagina 29 7.0 Foutcodes/foutopsporing...
-
Pagina 30: Goede Aftersales Service
• het vervangen van onderdelen verkeerd werd uitgevoerd of er geen originele onderdelen werden gebruikt en dat tot gevolgschade heeft geleid, • het product is gewijzigd of is uitgerust met accessoires die niet door Logitrans zijn goedgekeurd, • niet kan worden aangetoond dat een gekwalificeerde technicus de onderhoudsbeurt heeft uitgevoerd in overeenstemming met de voorschriften vermeld in deze handleiding (zie achterkant van de handleiding). -
Pagina 32: Periodiek Onderhoud En Veiligheidsinspectie
Periodiek onderhoud en veiligheidsinspectie Een onderhoudsinspectie moet eens per jaar worden uitgevoerd, of minimaal na elke 500 bedrijfsuren. Tenzij anders bepaald door de plaatselijke regelgeving moet de machine minstens een keer per jaar worden onderworpen aan een veiligheidsinspectie door de verdeler of andere gekwalificeerde personen. De inspecties moeten worden uitgevoerd op basis van formulier nr.