4 Aansluiting van de leidingen
Algemeen
Leidingen moeten volgens de geldende normen en
richtlijnen worden aangesloten.
De AMS 10 en HBS 05 werken tot een retourtemperatuur
van ca. 55 °C en een uitgaande temperatuur van de
warmtepomp van ca. 58 °C.
De HBS 05 is niet voorzien van afsluiters op de waterzijde.
Deze moeten worden geïnstalleerd om toekomstige
service te vereenvoudigen.
Bij koppeling met HBS 05 wordt vrije doorstroming in
het klimaatsysteem aanbevolen voor de juiste warmte-
overdracht. Dit kan worden gerealiseerd met een om-
loopklep. Als vrije doorstroming niet mogelijk is, advise-
ren wij om een buffervat (NIBE UKV) te plaatsen.
Watervolume
AMS 10
Minimaal volume, klimaatsysteem
tijdens verwarming/koeling
Minimaal volume, klimaatsysteem
tijdens vloerkoeling
Voorzichtig!
Het leidingwerk moet worden doorgespoeld
voordat de warmtepomp wordt aangesloten
zodat eventuele verontreinigingen de compo-
nenten niet kunnen beschadigen.
Installeer het bijgeleverde vuilfilter (HQ1) vóór de inlaat,
d.w.z. de aansluiting (XL2, CV retour) op de HBS 05.
28
Hoofdstuk 4 |
Aansluiting van de leidingen
-8
-12
-16
50 l
80 l
150 l
80 l
100 l
150 l
Aansluiten van
koudemiddelleidingen (niet
bijgeleverd)
Installeer de koudemiddelleidingen tussen het buiten-
deel AMS 10 en de HBS 05.
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de gel-
dende normen en voorschriften.
Parameters AMS 10
Maximale leidinglengte, AMS 10 (L): 30 m.
■
Maximaal hoogteverschil (H): ±7 m.
■
H
AMS 10
AMS 10
H
Afmetingen leidingen en materialen
Gasleiding
Afmeting leiding
Ø15,88 mm (5/8")
Aansluiting
Flare - (5/8")
Materiaal
Koperkwaliteit SS-EN 12735-1 of
C1220T, JIS H3300
Minimale dikte
1,0 mm
materiaal
HBS 05
L
L
HBS 05
Vloeistofleiding
Ø9,52 mm (3/8")
Flare - (3/8")
0,8 mm
NIBE™ SPLIT HBS 05