Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie
Luchtleiding
1.
Installeer de luchtleidingstoebehoren zoals afgebeeld op
F
. 3. Bevestig deze toebehoren aan de muur of aan een
IG
muurconsole. Let erop dat de luchtleiding die de toebehoren
voedt geaard is.
a.
Installeer een luchtreduceerventiel (C) met manometer
om de materiaaldruk te regelen. De materiaaldruk
aan de uitlaat is driemaal de ingestelde luchtdruk van
het reduceerventiel.
b.
Een zelfontlastend hoofdluchtventiel (B) is vereist in
uw systeem om de luchttoevoer naar de pomp om
lucht te laten ontsnappen die opgesloten is blijven
zitten tussen het ventiel en de pomp nadat de
luchttoevoer is afgesloten. Opgesloten lucht kan de
pomp onverwachts aan het lopen brengen, hetgeen
kan leiden tot ernstig letsel zoals spatten in de ogen
of op de huid of letsel door bewegende onderdelen.
Zorg ervoor dat het ontlastventiel gemakkelijk
bereikbaar is vanaf de pomp en dat het zich in het
circuit achter de luchtregelaar zit.
c.
Het luchtleidingsfilter (D) verwijdert schadelijk vuil en
vocht uit de aangevoerde perslucht.
d.
Een tweede hoofdafsluiter (T) sluit de hulpstukken
van de luchtleiding af ten behoeve van onderhoud.
Plaats het vóór alle andere hulpstukken in de
luchtleiding.
311689H Rev. E
2.
Monteer een geaarde, buigbare luchtslang (A) tussen de
toebehoren en de luchtinlaat van de pomp. Zie
Technische gegevens op blz. 25 om de afmeting van de
luchtinlaat van uw pomp te bepalen. Gebruik een
luchtslang met een binnendiameter van tenminste 13 mm
(1/2 inch).
3.
Monteer een snelkoppeling (N) op het eind van de
luchtslang (A) en schroef de bijpassende nippel goed in
de luchtinlaat van de pomp. Plaats de koppeling pas op
de nippel als u klaar bent om de pomp te gaan gebruiken.
Aanzuigslang voor vloeistoffen
•
Gebruik geleidende slangen (E). Zie F
•
Zie Technische gegevens op blz. 25 om de afmeting van
de vloeistofinlaat van uw pomp te bepalen.
•
Zie voor informatie over de maximum aanzuighoogte
(nat en droog) Technische gegevens op blz. 25.
Vloeistofuitlaatleiding
1.
Gebruik geleidende slangen (J). Zie F
gegevens op blz. 25 om de afmeting van de materiaaluitlaat
van uw pomp te bepalen.
2.
Installeer een materiaalkraan (G) vlakbij de
materiaaluitlaat. De materiaalkraan is vereist om de druk
in de slang en het pistool te ontlasten. De aftapkraan
vermindert het risico van ernstig letsel zoals spatten in
de ogen of op de huid en letsel veroorzaakt door giftige
materialen.
3.
Installeer een afsluitkraan (H) in de materiaaluitlaat.
. 3.
IG
. 3. Zie Technische
IG
7
Advertenties
Inhoudsopgave
