6.1 Bougie-inspectie
De bougie is een belangrijk onderdeel van de motor en moet regelmatig worden
1. Verwijder de beschermingskap ① en de bougiekap ②, plaats de
gecontroleerd.
bougiesleutel
Steek de draaihendel ③ in de bougiesleutel ④ en draai het tegen de
2.
klok in om de bougie te verwijderen.
3.
Controleer op verkleuring en verwijder de koolstof. De porseleinisolator
rond de middenelektrode van de bougie moet een middelmatig tot licht
bruine kleur hebben.
4. Controleer het type en de opening van de bougie.
Standaard Bougie: F6RTC
Bougiestekker: 0.7-0.8mm
TIP: De bougiesleuf moet worden gemeten met een draaddiktemeter en
indien nodig worden aangepast aan de specificaties.
5. Installeer de bougie.
Bougiekoppel: 28 N. m
TIP: Als er geen momentsleutel beschikbaar is bij het installeren van een
bougie, is een goede schatting van het juiste koppel 1/4-1/2 draai voorbij de
vingertoppen. De bougie moet echter zo snel mogelijk tot het voorgeschreven
aandraaimoment worden aangedraaid.
6. Monteer de bougie en de bougiekap.
①
door het gat van de buitenkant van het deksel.
a
①