5.8
Hellend vlak
Creëert een hellend vlak in een coördinatensysteem waarop hellende vlakbewerkingen kunnen
worden uitgevoerd.
De parameters worden weergegeven in het snelheidsveld.
De laatst ingevoerde waarde van de betreffende parameter wordt weergegeven op de regel van de X-as.
Er wordt een nieuwe waarde ingevoerd op de regel van de Y-as.
5.8.1
De parameters invoeren
Parameter
1 - 1 CL_A
2 - 1 CL_A
3 - 1 CL_A
Druk op
om X-Y of Y-Z of X-Z te selecteren als coördinatenvlak.
Gebruik de numerieke toetsen om de hoek van het hellende vlak in te voeren en bevestig met de toets
5.8.2
Verplaatsen naar een coördinaatpunt op het hellend vlak
Parameter
1A _insert hoek
2A_hoek invoegen
3A_hoek invoegen
Verplaats de machine-assen van het vlak totdat de posities van het geselecteerde
coördinatenvlak 0,000 aangeven.
INFORMATIE
Druk op de knop
terug naar de normale weergavestatus. Druk nogmaals op de knop 0 om door te gaan met de functie.
Druk op de knop
Werking DPA 21
Versie 1.0.2 van 2019-08-26
Beschrijving
Hoek van het hellend vlak in het coördinatenvlak: X-Y
Hoek van het hellend vlak in het coördinatenvlak: Y-Z
Hoek van het hellend vlak in het coördinatenvlak: X-Z
Beschrijving
Hellend vlak: X-Y
Hellend vlak: Y-Z
Hellend vlak: X-Z
om de functie tijdelijk te onderbreken. Het display gaat
om de functie af te sluiten.
Originele
gebruiksaanwijzing
OPTIMUM
DPA21
®
NL
Pagina
53