5.2. WERKING INGEVAL VAN EEN STORINGSMELDING
Een storingsmelding treedt op in de volgende gevallen :
De lusbekabeling is onderbroken (slecht contact) of kortgesloten.
Een brandmelder werd verwijderd.
De sirenebekabeling is onderbroken of kortgesloten.
De primaire (netvoeding) of de secundaire (batterijen) voeding is niet meer aanwezig.
Een storingsmelding wordt met de volgende visuele en acoustische signalen geregistreerd:
Gele LED "storing" (L2) van de detectielus licht op ingeval van een storing in de desbetreffende
detectielus.
Gele LED "sirenefout" (L10) licht op ingeval van een fout in de bekabeling van de sirenes.
Gele LED "storing noodvoeding" (L12) licht op bij afwezigheid van de laadstroom.
Gele LED "storing netvoeding" (L13) licht op ingeval van een storing in de netvoeding.
De gele LED "algemene storing" (L7) licht altijd op ingeval van een storing.
Ingebouwde zoemer (continu toon) treedt in werking.
Het standaard (fail-safe) storingsrelais schakelt naar de niet actieve stand.
Bij het optreden van een storing is het aangeraden zich TE BEGEVEN NAAR DE PLAATS VAN DE
Gebruikershandleiding MD400 klassieke brandmeldcentrale – Apollo Serie 65
STORING
DRUK OP DE TOETS "STILTE" (S5) voor
het afschakelen van de ingebouwde zoemer
STORING
Plaats de sleutelschakelaar "BEDIENING"
(KEY1) in de horizontale positie
(gele LED "bediening" (L9) licht op).
Plaats de desbetreffende lus BUITEN DIENST
met behulp van druktoets (S1)
(gele LED "on-off" (L1) licht op).
Opmerking : het buiten dienst plaatsen van lussen
mag enkel door geautoriseerde personen uitgevoerd
worden !
DRUK OP DE TOETS "RESET" (S4) voor
het herwapenen van de brandmeldcentrale.
Neem de oorzaak weg of verwittig de
servicefirma ingeval van een technisch defekt.
Plaats de desbetreffende lus terug IN
DIENST met behulp van druktoets (S1)
(gele LED "on-off" (L1) dooft).
EINDE
HG0465N01D Pag. 13/14