5. WERKING VAN DE MD400 BRANDMELDCENTRALE
5.1. WERKING INGEVAL VAN EEN BRANDALARMMELDING
Een brandalarmmelding treedt op in de volgende gevallen :
Een ionische, een optische of een infra-rood beam brandmelder detecteert rook.
Een TVC brandmelder detecteert een abnormale temperatuursstijging.
Een thermische brandmelder detecteert een overschrijding van de maximum temperatuur.
Het breekglaasje van een handbrandmelder is gebroken.
Het alarmcontact van een technische controle is bediend.
Enz.
Een brandalarmmelding wordt met de volgende visuele en acoustische signalen geregistreerd :
Rode LED "alarm" (L3) op de desbetreffende detectielus licht op.
Algemene rode LED "brandalarm" (L5) licht op.
Ingebouwde zoemer (onderbroken toon) treedt in werking.
De waarschuwingssirenes worden geactiveerd.
De ingestelde tijdsvertraging voor de doormelding start (vertraging in te stellen via PC-
programmatie – standaard vertraging : 1 minuut).
Aangesloten alarmsturingen worden uitgevoerd.
Indien gewenst kunnen de waarschuwingssirenes gestopt
Plaats de sleutelschakelaar "bediening" (KEY1) in de
horizontale positie (gele LED "bediening" (L9) licht op).
Druk op de druktoets "waarschuwingssirenes uit
dienst" (S2).
Tijdens de tijdsvertraging wordt het
alarm geaccepteerd door bediening
van de druktoets "stilte" (S5) :
De waarschuwingszoemer in
de centrale stopt.
De tijdsvertraging stopt.
Lees op het front van de brandmeldcentrale de informatie af
met betrekking tot de lokatie van de brandalarmmelding en
BEGEEF U ONMIDDELLIJK TER PLAATSE .
Gebruikershandleiding MD400 klassieke brandmeldcentrale – Apollo Serie 65
BRANDALARM
worden :
Tijdens de tijdsvertraging wordt het
alarm NIET geaccepteerd :
De doormelding en de
evacuatiesirenes worden auto-
matisch aangestuurd na het
verstrijken van de vertragingstijd.
De rode LED "doorgemeld"
(L6) licht op.
DRUK OP DE TOETS "STILTE"
(S5) om de evacuatiesirenes te
HG0465N01D Pag. 11/14
stoppen