6.2 De sneeuwploeg bedienen
De ploeg is uitgerust met een zwevende koppelingsbeugel die
snel en gemakkelijk in de juiste werkpositie kan worden gesteld
verticale beweging van het gereedschap mogelijk maakt om de ploegrand en de glijplaten op de grond
te houden op ongelijke oppervlakken
ook beperkt zijwaarts kantelen van de ploeg mogelijk maakt
betrouwbaar en eenvoudig te onderhouden is
De juiste bedrijfspositie is essentieel om efficiënt te kunnen ploegen en voor de
bestuurbaarheid van de kniklader. Houd de ploeg licht tegen de grond en rechtop. Als de
ploeg te hard omlaag wordt geduwd, kan de bestuurbaarheid van de kniklader minder
worden, omdat de voorwielen dan van de grond af kunnen komen.
6.2.1
Voorbereiding op het gebruik
Zorg ervoor dat u bekend raakt met de bedieningselementen en de juiste positie van de ploeg, om de ploeg
op de meest efficiënte manier te kunnen gebruiken. Als u de ploeg voor het eerst gebruikt, stel de bladdelen
dan in op een rechte positie om de gevolgen van veranderingen in de positie van de ploeg goed te kunnen
begrijpen.
Rechtop:
Als algemene regel moet de ploeg rechtop worden geplaatst. Wanneer de ploeg in de juiste bedrijfspositie is
geplaatst:
is de hele rand van de ploeg in contact met de grond
stuurt de ploeg de kniklader niet naar de zijkant
staan de voorwielen van de kniklader stevig op de grond
verplaatst de ploeg de sneeuw effectief
De werkelijke beste positie van de ploeg hangt af van het werkgebied en de positie van de afzonderlijke
bladdelen en kan worden geleerd door ervaring.
Telescopische laadarm:
Zet de telescopische laadarm van de kniklader in de positie waarin u de ploeg wilt gebruiken. Gewoonlijk moet
de telescopische laadarm ingetrokken worden gehouden voor het beste zicht en de beste stabiliteit.
Laadarm-zweefstandsysteem van de kniklader:
Als de kniklader is uitgerust met het optionele laadarm-zweefstandsysteem, moet dit worden ingeschakeld
nadat de ploeg in de bedrijfspositie is geplaatst. De zwevende beugel van het gereedschap maakt het
mogelijk om de ploeg efficiënt te gebruiken, zelfs als de kniklader niet is uitgerust met het laadarm-
zweefstandsysteem.
.
19 (30)