Epson AcuLaser CX37 Series
Hoofdstuk 4
De Printer Driver gebruiken
Opties / standaardwaarden van het stuurprogramma selecteren (voor
Windows)
Voordat u met de printer aan de slag gaat, wordt u aangeraden de standaardinstellingen van het
stuurprogramma te wijzigen. Ook moet u wanneer er opties geïnstalleerd zijn, deze opties
"declareren" in het stuurprogramma.
1. Kies de eigenschappen van het stuurprogramma.
2. Als u geïnstalleerde opties heeft, gaat u verder met de volgende stap. Ga anders verder met stap
9.
3. Selecteer het tabblad Configure (Configuratie).
4. Controleer of de geïnstalleerde opties correct worden weergegeven. Zo niet, dan gaat u verder met
de volgende stap. Anders gaat u verder met stap 8.
5. Klik op Refresh om automatisch de geïnstalleerde opties te configureren.
Opmerking:
Refresh is alleen beschikbaar als tweerichtingscommunicatie (bidirectioneel) beschikbaar is op de
printer. Als dat niet het geval is, wordt deze optie grijs weergegeven.
In Windows Vista of Server 2008 kan ook op Refresh worden geklikt wanneer de machine is
aangesloten via USB.
6. Selecteer in de lijst Device Options (Apparaatoptie's) telkens een optie en selecteer vervolgens
Enable (Ingeschakeld) of Disable (Uitgeschakeld)in het menu Settings (Instellingen).
Opmerking:
❏ Als u Printer Memory (Printergeheugen) selecteert, moet u 256MB of 768MB selecteren,
afhankelijk van het geïnstalleerde geheugen. De fabrieksinstelling is 256MB.
❏ Deze printer ondersteunt geen CompactFlash-kaarten.
7. Klik op Apply.
Handleiding van de printer, het kopieerapparaat, de scanner
De Printer Driver gebruiken
125