• Draai de schroef (2) van de meettak 1/4 slag los; sluit een manometer aan op de meettak en zorg ervoor dat de
aansluiting strak zit om weglekken van lucht te voorkomen.
• Controleer dat de luchtstroming/statische tegendruk is ingesteld volgens het hoofdstuk "Afvoersysteem". Pas de
luchtstroming indien nodig aan.
• Sluit de spanning naar de machine aan en selecteer een programma waar warmte bij nodig is.
• Start de machine.
• Controleer dat de druk bij de sproeier juist is en overeenkomt met het gastype, zie "Tabel met druk en instellingen".
• Als de sproeierdruk moet worden ingesteld:
– Demonteer de afsluitschroef (3).
– Draai aan de schroef (4). Met de klok mee: verhogen sproeierdruk.
– Draai aan de schroef (4). Tegen de klok in: verlagen sproeierdruk.
• Controleer dat de gasvlam gelijkmatig brandt.
• Monteer de afsluitschroef (3).
• Verwijder de manometer en draai de schroef (2) vast, wanneer de instellingen gedaan zijn.
• Breng het achterpaneel weer aan.
• Plak het juiste gaslabel op het typeplaatje, zie het hoofdstuk "Typelabel".
Let op:
Na het aansluiten moeten alle aansluitingen worden gecontroleerd. Er mogen geen lekkages zijn.
Installatiehandleiding
29
fig.X03504