Installatie handleiding
7.1.1
Controle van ontsteking op de
hoofdbrander en vlamverdeling.
Start de ontstekingsprocedure zoals omschreven in
de gebruikershandleiding.
Let op:
Mocht na een eerste ontsteekprocedure(1x 15sec.)
de brander niet aan gaan zal de elektronica gereset
moeten worden.
Wacht altijd 5 min voordat U de haard
opnieuw start.
Reset moet via de afstandsbediening,
eerst combinatie toets 1-2 en dan 2-5.
Na een derde keer resetten is een blokkade
van 15 minuten in geprogrammeerd, na 15
minuten kan er weer gestart worden.
De hoofdbrander zal op het midden gedeelte
automatisch naar de (midden)vol-stand gaan
branden.
Controleer of de ontsteking van de
hoofdbrander vlot en rustig verloopt
Met de afstandsbediening kunt u de haard naar
de gewenste stand regelen .
Laat de haard op breed en vol stand branden
om de vlamverdeling te kunnen beoordelen .
TIP: Verschuif eventueel wat decoratie materiaal en
Glow-wol zodat er een goede vlamverdeling
ontstaat.
7.2
Controle vlammenbeeld
Plaats nu het glas en afdichtkoord , laat de haard
minimaal 20 minuten branden op breed vol stand
en beoordeel het vuurbeeld.
Controleer het vlammenbeeld op:
1. Vlamverdeling
2. Kleur van de vlammen
Als één of beide punten niet acceptabel is
controleer dan:
De houtset opstelling en/of de hoeveelheid
decoratiemateriaal op de brander.
De verbindingen van het pijpmateriaal op
lekkage. (ingeval van blauwe vlammen).
Of de juiste stuw gemonteerd is.
De uitmonding,
Muurdoorvoer de juiste zijde boven en de
juiste positie?
Dakdoorvoer de juiste positie? Zie
hoofdstuk 14.
Of de maximum lengtes van de
rookgasafvoer niet is overschreden?
12 <
<
<
<
7.3
Controle gaslekkage.
Controleer met een gaslekzoeker of spray alle
aansluitingen en verbindingen op eventuele
gaslekkages.
7.4
Controle van branderdruk en
voordruk
Controleer of de branderdruk en voordruk
overeenkomen met de gegevens vermeld in de ze
handleiding, hoofdstuk 14 technische gegevens
De branderdruk wordt ingesteld vanaf fabriek, bij
foutieve waarden contact opnemen met de service
dienst.
Meten voordruk:
Draai de toestelkraan dicht.
Draai de meetnippel B (zie fig. 1.8) enige slagen
open en sluit een meetslang aan op het
gasregelblok.
Bij een te hoge voordruk mag u het toestel niet
aansluiten en neemt u contact op met het gas
leverancier.
Meten branderdruk:
Controle branderdruk alleen bij een juiste
voordruk uitvoeren.
Draai de meetnippel A(zie fig. 1.8) enige slagen
open en sluit een meetslang aan op het
gasregelblok.
Start de haard en schakel de haard in op breed
vuur en vol vermogen.
De druk moet overeenkomen met de waarde
vermeld in de technische gegevens van deze
handleiding.
Let op:
Sluit na controle alle drukmeetnippels en
controleer deze op gaslekkage.
7.5
Rookgas analyzer.
Als u in het bezit bent van een CO/CO2 rookgas
analyzer, dan is het mogelijk om de
verbrandingsgassen en toevoerlucht te
controleren.
Hiervoor zitten twee meetpijpen aan de voorzijde
van de haard tussen het inbouwframe en de
glasplaat(fig. 1.9 A en B)
De verhouding CO2 en CO mag niet groter zijn dan
1:100
voorbeeld:
CO2 is 4% en CO is 400ppm gemeten op hoogstand