Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

• Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het
bijvullen niet roken.
• Vul brandstof bij voordat u de motor start. Verwijder
nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit
benzine bij wanneer de motor loopt of heet is.
• Als er brandstof gemorst mag u de motor
niet aanzetten, maar dient u eerst de
maaimachine verplaatsen. Zorg ervoor dat
er geen ontstekingsbronnen in de buurt van
de gemorste brandstof komen totdat alle
benzinedampen verdwenen zijn.
• Doe steeds de dop weer zorgvuldig op brandstoftanks
en -containers.

Voor ingebruikname

• Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en
stevige schoenen. Draag geen schoenen met open
tenen en loop niet op blote voeten.
• Inspecteer eerst grondig het terrein waar u
de machine wilt gebruiken, en verwijder alle
stenen, takken, draden, botten of andere vreemde
voorwerpen.
• Controleer vóór gebruik altijd of de beschermplaten
en veiligheidsvoorzieningen zoals grasgeleiders en
grasvanger, op hun plaats zitten en naar behoren
werken.
• Controleer de messen, bevestigingsbouten en het
maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of
beschadiging vóór het gebruik. Vervang versleten of
beschadigde messen en bouten altijd als complete set
om een goede balans te behouden.
Starten
• Schakel alle mes- en aandrijfkoppelingen uit en zet
de versnelling in de neutraalstand voordat u de
motor start.
• Houd de maaimachine niet schuin als u de machine
start of de motor aanzet, behalve als u de machine
schuin moet houden om te starten. Houd de
machine in dat geval niet schuiner dan nodig is, en til
alleen de zijde op die het verst van u verwijderd is.
• Houd u bij het starten of aanzetten van de motor
zorgvuldig aan de voorschriften en houd uw voeten
uit de buurt van de maaimes(sen) en niet vóór de
afvoeropening.
Gebruiksaanwijzing
• Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de
machine gebruikt, met name kinderen en huisdieren.
• Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht.
• Gebruik indien mogelijk de maaimachine niet op een
nat gazon.
• Let op kuilen in het terrein en andere verborgen
gevaren.
• Houd handen en voeten uit de buurt van draaiende
onderdelen. Blijf altijd uit de buurt van de
afvoeropening.
• U mag een maaimachine nooit optillen of dragen
terwijl de motor loopt.
• Ga zeer voorzichtig te werk als u een
loopmaaimachine achteruitrijdt of naar u
toetrekt.
• Lopen, nooit rennen.
• Hellingen:
– Maai niet op al te steile hellingen.
– Wees uiterst voorzichtig op hellingen.
– Maai dwars over een helling, nooit helling op en
af, en wees uiterst voorzichtig als u op een helling
van richting verandert.
– Zorg dat u op hellingen altijd stevig staat.
• Neem gas terug als u de tractie-koppeling inschakelt,
vooral wanneer de machine in een hoge versnelling
staat. Verminder de snelheid op een helling en in
een scherpe bocht om te voorkomen dat de machine
omkiept of dat u de controle over de machine
verliest.
• Zorg ervoor dat het mes stilstaat als u de
maaimachine schuin moet houden om oppervlakken
over te steken die niet met gras zijn begroeid, en als
u de machine naar het terrein brengt waar u moet
maaien of daar weer weghaalt.
• Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen,
omdat zich daar giftige koolmonoxidedampen
kunnen verzamelen.
• Zet de motor af
– als u de maaimachine achterlaat.
– voordat u brandstof bijvult.
– voordat u de grasvanger verwijdert.
– voordat u de maaihoogte instelt, tenzij die vanaf
de bedieningspositie kan worden ingesteld.
• Zet de motor af en maak de bougiekabel los.
– voordat u verstoppingen losmaakt of het
uitwerpkanaal ontstopt.
– voordat u de maaimachine controleert, reinigt of
daaraan werkzaamheden verricht.
– als u een vreemd voorwerp heeft geraakt, moet u
de maaimachine op beschadigingen controleren
en reparaties uitvoeren voordat u de machine
opnieuw start en weer in gebruik neemt.
4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave