Bedieningsorganen
De hendel van de tractie-assist, de bedieningsstang van
het maaimes, de vergrendeling van de bedieningsstang
en de gashendel bevinden zich op het bovenste deel van
de handgreep zoals wordt getoond in (Figuur 8).
3
2
4
1. Hendel van de
tractie-assist
2. Vergrendeling van
bedieningsstang
De standen van de gashendel worden getoond in
Figuur 9.
1. Choke
2. Snel
1
G002816
Figuur 8
3. Bedieningsstang voor
maaimes
4. Gashendel
Figuur 9
3. Langzaam
4. Stoppen
Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Telkens voordat u gaat maaien, moet u controleren
of de zelfaandrijving en de bedieningsstang nog goed
werken. Als u de bedieningsstang loslaat, moet het mes
tot stilstand komen. Doen ze dat niet, dan moet u
contact opnemen met een erkende Service Dealer.
Deze machine stelt de gebruiker bloot aan
geluidsniveaus van meer dan 85 dBA. Bij
langdurige blootstelling kan dit leiden tot
gehoorbeschadiging.
Draag gehoorbescherming als u deze machine
gebruikt.
1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming.
Motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Als u machine voor de eerste keer in gebruik neemt,
moet u het carter vullen met 0,85 liter olie. Gebruik
uitsluitend hoogwaardige reinigingsolie, type SAE 30 of
SAE 10W30, met onderhoudsclassificatie SF, SG, SH
of SJ van het American Petroleum Institute (API).
Met oliefilter
Zonder oliefilter
Controleer voor elk gebruik of het oliepeil tussen
Bijvullen- en Vol-markeringen op de peilstok staat
(Figuur 11).
10
Figuur 10
Olie-inhoud
0,85 liter
0,65 liter