Voorbereiding en
Het spuitpatroon afstellen
1. De luchtkap roteren om het gewenste
spuitpatroon te bekomen. Zie A
A
. 2
FB
2. Open de luchtregelklep door deze geheel
tegen de klok in de draaien. Dit geeft het
breedste waaierpatroon. Zie A
3. Om een rond patroon te krijgen sluit u de
patroonlucht af door de luchtregelklep
geheel met de klok mee te draaien.
Zie A
. 3.
FB
4. Druk de trekker van het pistool in en stel de
luchtdruk van het pistool af. Raadpleeg de
Technische gegevens, bladzijde 18, voor
de inlaatluchtdruk.
5. Om de correcte materiaalstroom te
bekomen draait u de luchtregelklep geheel
tegen de klok in tot de trekker geen
tegenkanting meer ondervindt, draai dan
een halve draai uit.
6
. 2
FB
ti4839a
. 3.
FB
Luchtregelklep
A
. 3
FB
6. Om de materiaalstroom te reduceren draait
u de materiaalregelknop tegen de klok in.
•
Als de regelknop voor de
materiaaltoevoer volledig naar rechts
wordt gedraaid, komt er alleen maar
lucht uit het pistool.
•
Als u de correcte materiaalstroom niet
kunt bekomen met de regelknop voor
de materiaaltoevoer kan een nozzle
met verschillende grootte noodzakelijk
zijn. Gebruik een kleiner formaat
nozzle voor een lagere
materiaalstroom. Gebruik een nozzle
die één maat groter is voor een grotere
materiaalstroom.
7. Spuit een testpatroon. Evalueer het
spuitpatroon op afmetingen en verneveling.
8. Draai de luchtregelknop rechtsom om een
smal spuitpatroon te verkrijgen.
9. Verlaag de stroomsnelheid van het
materiaal om de verneveling te verbeteren.
Door verhoging van de luchtdruk kan de
verneveling verbeteren, maar dit kan ook
resulteren in een slecht rendement
(Transfer Efficiency (TE)) of dat u niet aan
de vereisten voor "compliant" voldoet.
Luchtregelklep
Materiaalregelklep
ti11097a
313076M