Problemen oplossen
Functioneert de camera niet naar verwachting, kijk dan in de
onderstaande lijst met veelvoorkomende problemen voordat u uw
winkelier of een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger raadpleegt.
Accu/weergave
De camera is aan, maar reageert niet: Wacht tot de opname klaar is. Zet de camera
uit als het probleem zich blijft voordoen. Als de camera niet uitschakelt,
verwijder de accu en plaats deze terug of, als u een lichtnetadapter gebruikt,
ontkoppel de lichtnetadapter en sluit de lichtnetadapter weer aan. Merk op
dat momenteel opgenomen gegevens verloren zullen gaan, maar dat al
opgenomen gegevens niet aangetast zullen worden door het verwijderen of
ontkoppelen van de voedingsbron.
De camera doet er lang over om uit te schakelen: De camera voert controle van de
beelsensor uit. Verwijder de accu niet of trek de lichtnetadapter niet uit het
stopcontact voordat de camera uit is.
Zoeker is onscherp: Pas de zoekerbeeldscherpte aan (0 26). Als dit het probleem
niet verhelpt, selecteer enkelvoudige servo-autofocus (AF-S; 0 69),
enkelpunts AF (c; 0 74) en het middelste scherpstelpunt en kadreer
vervolgens een onderwerp met hoog contrast in het middelste
scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in om de camera scherp te
stellen. Gebruik, met de camera scherp gesteld, de dioptrieregelaar om het
onderwerp duidelijk scherp te stellen in de zoeker. Indien nodig kan de
zoekerbeeldscherpte met gebruik van optionele correctielensjes verder
worden aangepast (0 268).
Weergaven schakelen uit zonder waarschuwing: Kies langere vertragingstijden voor
Timers automatisch uit (0 207).
Informatiescherm verschijnt niet in monitor: Ontspanknop wordt half ingedrukt. Als
het informatiescherm niet verschijnt zodra u uw vinger van de ontspanknop
haalt, controleer dan of Aan is geselecteerd voor Automatisch
informatiescherm (0 206) en of de accu opgeladen is.
Zoekerweergave reageert niet en dimt: De reactietijden en helderheid van deze
weergave wisselen met de temperatuur.
282 Technische opmerkingen