4 Montagehandleiding
4. Montagehandleiding
4.1. Opstelling
Het aantal benodigde verwarmingstoestellen hangt af van de afmetingen en de verdere
kenmerken van de ruimte en van de gewenste temperatuur en het heersende klimaat.
4.2. Installatie
Let op!
•
Het toestel moet horizontaal worden opgesteld of aan de drie meegeleverde
kettingen worden opgehangen.
•
Voor de inlaatzijde en voor de uitblaasmond mogen zich geen obstakels bevinden.
•
De uitblaasmond mag niet worden gericht op een wand uit brandbaar materiaal
binnen een afstand van 3 meter.
•
Tussen de aanzuigopening van het toestel en de wand dient een afstand van
minstens 1 m te worden bewaard.
•
Het toestel mag niet in of op een gesloten kanalen-/buizensysteem worden
aangesloten.
•
Neem bij de aansluiting van gas en elektriciteit de plaatselijk geldende voorschriften
in acht.
•
In de ruimte waar het toestel wordt opgesteld, dient ofwel een mechanische
afzuiginstallatie te worden aangebracht die per uur en per 10 kW vermogen ten minste
3
100 m
lucht afzuigt, ofwel dient er een goede natuurlijke ventilatie te zijn.
•
Wanneer de ruimte twee openingen heeft, kunt u op natuurlijke wijze een
ventilatiefactor van 1,0 bereiken (d.w.z. dat het per uur geventileerde luchtvolume gelijk
is aan het luchtvolume in de ruimte). Voorwaarde hierbij is wel dat de openingen een
oppervlakte hebben van ten minste 60 x B cm ("B" is het vermogen in kW).
•
Het gezamenlijke vermogen van de geïnstalleerde toestellen mag in geval van
natuurlijke ventilatie niet meer bedragen dan 10 kW per 200 m ruimte-inhoud.
Gebruiksaanwijzing GP 40 / GP 70
Uitgave: 07.00
De volgende zaken dienen in acht te worden genomen!
Pagina 7