Gebruik afzuigkap met besturingsmodules DSM 400
Wanneer u een afzuigkap met andere
componenten wilt combineren is het
noodzakelijk om de Miele besturings-
modules DSM 400 te kopen.
Daar het rechter en linker gedeelte van
deze afzuigkap apart van elkaar wer-
ken, zijn voor deze afzuigkap twee be-
sturingsmodules noodzakelijk.
Deze modules kunt u voor het volgende
gebruiken.
Aansluiting op een raamcontactscha-
kelaar
Wanneer u de afzuigkap tegelijk wilt
gebruiken met een verbrandingsappa-
raat dat zich in dezelfde ruimte bevindt,
is de veiligheid alleen gewaarborgd
door voldoende luchttoevoer.
Is dit alleen mogelijk via een open
raam, kunt u de afzuigkap het beste op
een raamcontactschakelaar aansluiten.
De aansluiting is mogelijk via de bestu-
ringsmodules.
Met de schakelaar kan de afzuigkap al-
leen werken als het raam ver genoeg
open staat.
Zie hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
Wanneer het raam dicht is kunnen de
afzuigeenheden niet worden ingescha-
keld. De controlelampjes van de
Aan/Uit - toetsen gaan dan knipperen.
De raamcontactschakelaar heeft geen
invloed op de kookplaatverlichting.
De schakelaar wordt niet automatisch
bijgevoegd, maar moet worden nabe-
steld.
Wanneer de lucht via een open raam
wordt toegevoerd, let er dan op dat de
toevoer niet door neergelaten rolluiken
wordt belemmerd.
Wanneer de besturingsmodules
worden verwijderd omdat de raam-
contactschakelaar niet meer nodig
is, bijv. na een verhuizing, moet ook
de elektronica van de afzuigkap
worden gereset.
Dit mag alleen door de afdeling
Klantcontacten gebeuren.
Potentiaalvrije aansluiting
De besturingsmodules bieden de mo-
gelijkheid om de besturing van een an-
der apparaat afhankelijk te maken van
de afzuiging van uw afzuigkap.
– Wanneer u de afzuigkap tegelijk wilt
gebruiken met een verbrandingsap-
paraat dat zich in dezelfde ruimte
bevindt, is de veiligheid alleen ge-
waarborgd door voldoende luchttoe-
voer.
Met de besturingsmodules is het mo-
gelijk dat er iedere keer, wanneer de
afzuigkap wordt ingeschakeld, auto-
matisch een ventilator wordt inge-
schakeld of een met een motor aan-
gedreven luchttoevoerklep wordt ge-
opend.
Let er daarbij wel op dat het afzuig-
vermogen en de doorsnede van de
luchtapparaten voldoende zijn.
27