3.
Werkingsproblemen
PROBLEEM
RUIT WORDT TE SNEL VUIL
VENTILATIE
Werkt niet meer
VENTILATIE
Werkt wel, maar het debiet is te
laag
TREK
Te groot
TREK
Te zwak, eventueel ook rookui-
twaseming in het lokaal
Storingen verbonden aan de
weersomstandigheden
HET VUUR BRANDT TE ZWAK
THERMOSTAAT KAN NIET
MEER DICHT:
DE THERMOSTAAT BLIJFT
GESLOTEN
HET VUUR IS
ONBEHEERSBAAR:
- DEUR van de aslade staat
open of is niet meer goed
afgedicht.
- DEUR van de haard is niet
meer goed afgedicht
- Thermostaat sluit niet meer
.
In geval van SCHOORSTEENBRAND onmiddellijk de haarddeur,
14 Opti-
de asladedeur en de thermostaat sluiten.
OPLOSSING
-Controleer de vochtigheid van de brandstof.
-Gebruik de thermostaat op 7-8.
-Controleer de stand van de defl ector.
-Open de doorgang van de rookafremmers.
-Controleer de werking van de motor.
-Controleer de microswitch.
-Controleer (en vervang) de zekering van de
variator.
-Controleer het thermocontact (optie).
-Controleer (en herstel) de voeding.
- Controleer de goede positie van de draden van de
snelheidsvariator.
-Reinig of vervang de fi lters.
-Reinig de schoepen van de ventilator.
Maak de doorgang van de rookafremmers kleiner
(zie regeling van de rookafremmers).
-Raadpleeg uw leverancier.
- Controleer de schoorsteen (zie
installatiehandleiding).
-Neem de eventuele obstructie weg.
-Open de doorgang van de rookafremmers.
-Ga na of het niet beter gaat met open venster.
-Laat de schoorsteenveger komen.
Als deze toestand aanhoudt, raadpleeg dan uw
leverancier.
-Controleer de vochtigheid van de brandstof.
- Controleer de thermostaat (stel hem in op 7-8 en
ga na wat hij doet).
-Maak de aslade leeg.
-Ontstop de gaten van de verdelers.
- een vreemd lichaam verhindert het sluiten van de
klep.
-mechanische blokkering
-Verwijder het vreemde lichaam.
-Vervang de thermostaat.
1. OP KOUD, de klep gaat pas omhoog vanaf de
middelste standen
2. OP KOUD, de klep gaat niet meer omhoog.
1)Herijk de regeling.
2) Vervang de thermostaat (hij is beschadigd door
aanzienlijke oververhitting van de haard)
-Controleer of de asladedeur goed gesloten is.
-Controleer de afdichting en vervang indien nodig.
-Regel de deurafdichting bij.
-Stel de stand van het sluitwieltje beter af.
-Controleer de werking van de thermostaat.