14.4.3 Afvoerleiding installeren
14.5 Ventilatiekanalen installeren
14.5.1 Kanalen installeren
SV1A25AJV1B+SV4~8A14AJV1B
VRV 5 veiligheidsklepunit
4P749917-1 – 2023.09
5
a Aansluiting afvoerleiding (bevestigd aan de unit)
b Afvoerslang (accessoire)
c Metalen klem (accessoire)
d Groot zelfklevend afdichtingskussen (accessoire)
6 Sluit de afvoerleiding aan op de afvoerslang.
e Afvoerleiding (lokaal te voorzien)
1 Installeer de afvoerleiding met ophangbeugels zoals afgebeeld.
a Ophangbeugel
Toegelaten
Niet toegestaan
2 De leiding moet afhellen (minstens 1/100) om te voorkomen dat er lucht in
blijft zitten. Als u de afvoer niet met niet voldoende verval kunt aanleggen,
gebruik dan de opwaartse afvoerkit (K-KDU303KVE).
3 Isoleer de volledige afvoerleiding in het gebouw om condensvorming te
voorkomen.
De kanalen moeten lokaal worden voorzien.
Kanalen zijn alleen nodig wanneer de veiligheidsmaatregelen een geventileerde
omkasting vereisen. Zie
WAARSCHUWING
Installeer GEEN werkende ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld open vuur, een
werkend gastoestel of een werkende elektrische verwarming) in het leidingwerk.
d
c
b
a
6
e
1~1.5 m
a
"13.4.4 Geventileerde
omkasting" [
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
14
Installatie van de unit
|
4
55].
75