17.1.7 Stand 1: monitoringinstellingen
SV1A25AJV1B+SV4~8A14AJV1B
VRV 5 veiligheidsklepunit
4P749917-1 – 2023.09
Wat
Waarde van de geselecteerde
instelling in stand 2 veranderen
Voorbeeld
Inhoud van parameter [2‑7] controleren (functie geventileerde omkasting
activeren of deactiveren).
[Stand-Instelling]=Waarde in dit geval gedefinieerd als: Stand=2; Instelling=7;
Waarde=waarde die willen te weten komen/veranderen.
1 Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay die van de
standaardsituatie is (normale werking).
2 Druk meer dan vijf seconden op BS1.
Resultaat: Stand 2 wordt geactiveerd:
3 Druk zeven keer op BS2 (of druk op BS2 totdat op het 7-segmentendisplay
zeven verschijnt).
Resultaat: Stand 2 instelling 7 wordt opgeroepen:
4 Druk één keer op BS3. Het display geeft de status van de instelling weer
(afhankelijk van de werkelijke lokale situatie). In het geval van [2‑7] is de
standaardwaarde "1"; dit betekent dat de functie geventileerde omkasting
geactiveerd is.
Resultaat: Stand 2 instelling 7 wordt opgeroepen en geselecteerd; de
weergegeven waarde is de actuele instelling.
5 Druk op BS2 tot de gewenste waarde op het 7-segmentendisplay verschijnt
om de waarde van de instelling te veranderen.
6 Druk één keer op BS3 om de verandering te bevestigen.
7 Druk op BS3 om de werking te beginnen met de gekozen instelling.
8 Druk één keer op BS1 om stand 2 af te sluiten.
[1-0]
Geeft de resterende levensduur van de R32-sensor weer.
De resterende levensduur wordt weergegeven in 0 tot 120 maanden.
Hoe
▪
Druk meer dan vijf seconden op BS1 om
stand 2 te selecteren.
▪
Druk op BS2 om de gewenste instelling te
selecteren.
▪
Druk één keer op BS3 om naar de waarde van
de geselecteerde instelling te gaan.
▪
Druk op BS2 om de vereiste waarde van de
geselecteerde instelling te selecteren.
▪
Druk één keer op BS3 om de verandering te
bevestigen.
▪
Druk opnieuw op BS3 om de werking te
beginnen met de gekozen waarde.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
17
Configuratie
|
109