6.3. PICT ADJUST (Beeld Aanpassing)
Bij het selecteren van ↵, verschijnt het volgende vervolgmenu.
SHARPNESS (SCHERPTE) [000 ~ 015]:
Deze functie wordt gebruikt om de scherpte van de weergegeven afbeelding aan te
passen.
HUE (TINT) [000 ~ 100]:
Deze functie wordt gebruikt om de kleurtoon van de weergegeven afbeelding aan the
passen.
R-GAIN [000 ~ 255]:
Deze functie wordt gebruikt om de verzadiging van de weergegeven afbeelding aan te
passen voor de rode kleur.
B-GAIN [000 ~ 255]:
Deze functie wordt gebruikt om de verzadiging van de weergegeven afbeelding aan te
passen voor de blauwe kleur.
6.4. WHITE BAL (Witbalans)
Deze functie wordt gebruikt om de witbalans onder verschillende lichtomstandigheden te
controleren. De aanpassing van de instelling kalibreert de camera voor correcte en
natuurlijke kleurweergave.
Pas de functies PUSH, ANTI CR, PUSH-LOCK (DUWEN, ANTI CR, LOCK DUWEN) of
selecteer een submenu (MANUAL, ATW, USER1, USER2 (HANDLEIDING, ATW,
GEBRUIKER1, GEBRUIKER2)).
MIRROR [OFF, V-FLIP, H-FLIP, HV-FLIP]
(SPIEGEL [UIT, V-FLIP, H-FLIP, HV-FLIP]):
Deze functie wordt gebruikt om de
omgekeerde beeld van de camera te
krijgen, in verticale, horizontale en
horizontale/verticale richting.
CONTRAST [000 ~ 063]:
Deze functie wordt gebruikt om de
helderheid van het beeld aan te passen (het
verschil tussen lichte en donkere gebieden
op het scherm).
Netherlands
11