9.5.10. Aardingsstroom
Het systeem mag bij normaal gebruik geen stroom naar aarde laten lopen.
Als er een aardstroom wordt gedetecteerd, onderzoek dan eerst alle apparatuur die op dat systeem is aangesloten en controleer
op aardingsfouten.
Controleer vervolgens hoeveel aardeaansluitingen het systeem heeft. Er mag maar één punt in het systeem zijn dat met aarde is
verbonden. Dit zou bij de accu moeten zijn.
Zie hoofdstuk 7.7 voor meer informatie over systeemaarding: "Systeem aarding" in het
De PV-lader is niet geïsoleerd, de min van de PV-ingang heeft hetzelfde potentiaal als de min van de accu-uitgang.
9.6. Communicatieproblemen
Dit hoofdstuk beschrijft problemen die kunnen optreden wanneer de PV-lader wordt aangesloten op de VictronConnect-app,
andere Victron-apparaten of apparaten van derden.
9.6.1. Problemen met VictronConnect
Zie de
VictronConnect-handleiding
VictronConnect-app.
9.6.2. VE.Direct-poortcommunicatieproblemen
Deze komen niet vaak voor en als dit gebeurt, is dit waarschijnlijk te wijten aan een van deze problemen die in deze paragraaf
worden opgesomd.
Problemen met fysieke kabelconnector of datapoort Probeer een andere VE.Direct-kabel en kijk of het apparaat nu zal
communiceren. Is de connector juist en diep genoeg ingestoken? Is de connector beschadigd? Inspecteer de VE.Direct-poort,
zijn er gebogen pinnen? Als dit het geval is, zorg dan dat er geen spanning op het apparaat straat en gebruik dan een tang met
lange bekken om de pinnen recht te buigen..
VE.Direct-communicatieproblemen Om te controleren of VE.Direct-communicatie correct werkt, sluitde PV-lader aan op een
GX-apparaat en controleerof de regelaar wordt weergegeven op de apparaatlijst van het GX-apparaat. Als de laadregelaar niet
verschijnt, controleer dan of de TX-poortfunctie in VictronConnect is ingesteld op "Normale communicatie".
VE.Direct TX-poortproblemen Controleer de instelling "TX-poortfunctie" in VictronConnect. Komt de ingestelde functie overeen
met de toepassing waarin deze wordt gebruikt. Om te testen of de TX-poort werkt, controleert u de functionaliteit met behulp van
een
digitale
TX-uitgangskabel.
VE.Direct RX-poort problemen Controleer de instelling "RX-poortfunctie" in VictronConnect. Komt de ingestelde functie overeen
met de toepassing waarin deze wordt gebruikt. Om te testen of de RX-poort werkt, controleert u de functionaliteit met behulp van
een
VE.Direct niet-inverterende remote
9.6.3. VE.Can-poortcommunicatieproblemen
Deze komen niet vaak voor en als dit gebeurt, is dit waarschijnlijk te wijten aan een van deze problemen:
• Probeer een andere RJ45-kabel en kijk of het apparaat nu communiceert.
• Gebruik geen zelfgemaakte RJ45-kabels, maar gebruik altijd een gefabriceerde kabel. Dit sluit problemen met het krimpen van
de connector uit.
• De RJ45 UTP-kabel moet een "rechte" kabel zijn. Cross-over kabels kunnen niet worden gebruikt. Zie voor meer informatie het
boek Wiring unlimited
paragraaf 5.3: "RJ45 rechte UTP-kabel".
• Is de connector juist en diep genoeg ingestoken? U moet een klik horen.
• Is de connector beschadigd?
• Inspecteer de VE.Can-poort, zijn er gebogen pinnen? Als dit het geval is, zorg dan dat er geen stroom op de PV-lader staat en
gebruik dan een tang met lange bekken om de pinnen recht te buigen. .
• Controleer of het eerste en het laatste apparaat in de VE.Can-keten hun terminators hebben.
Pagina 59
MPPT zonnelader handleiding
voor een volledige gids voor het oplossen van problemen met de
Aan/Uit-kabel.
Wiring Unlimited
boek.
Probleemoplossing en ondersteuning